O en U.
De onvolkomen o heeft tweederlei klank, een helderen en een doffen. Helder is zij in de meeste woorden, o.a. altijd, wanneer zij door r wordt gevolgd, b.v.: tor, vork. De uitspraak der doffe o nadert sterk aan oe; zij wisselt af met een oe- of u-klank, b.v.: bok - fr. bouc, tot - toe, most - moest, pols - lat. pulsus, rol - fr. rouleau, doffer - duif (duve, doeve) op - mhd. uf, tocht - d. zug. Zij komt voor in alle woorden, waarin zij door m of n gevolgd wordt, uitgezonderd kom en komt van het ww. komen; verder nog in vol, bol (stier), bos, bosch, bot, kost (konde), dof, klok (hem), dol, wol, begost, schob, pof, plof, mocht, vocht, bocht, (niet in: kocht, zocht, docht.)
Ook de onvolkomen u heeft eenen helderen en eenen doffen klank. De doffe u hooren wij in stuk, put; zij wisselt met de doffe o af, b.v.: locht - lucht, konst - kunst. De heldere u heeft den klank der Duitsche ö, zij wisselt af met de heldere o en komt voor: vooreerst wanneer zij door r gevolgd wordt, b.v.: kurk - kork, slurpen - slorpen, durven, wurm - worm, wurgen - worgen; verder in dubbel - dobbel, drup - drop en in den tweeklank ui.
Is het voor eene zuivere uitspraak noodig, dit verschil in acht te nemen? Zoo ja, wordt er dan niet genoeg tegen gezondigd, om het wenschelijk te achten, dat door eenig teeken aangewezen worde, dat de o in bok anders klinkt dan in stok, de u in kurk anders dan in druk?
S.
B.
Een spelling, waarbij dergelijke nuances werden onderscheiden, zou zóó onpraktisch en moeielijk zijn, dat ze geen ingang zou kunnen vinden. Waar zou het heen, indien we b.v. twee letterteekens voor de j zouden uitdenken ter onderscheiding dezer beide medeklinkers in jaartje: hierin heeft de eerste j den gewonen klank, de tweede een gewijzigden. Zulk een spelling zou zeker wel een honderdtal letters noodig hebben in plaats van zes en twintig. Bovendien vergeet de schrijver, dat elke orthographie zich richten moet naar de allereerste behoeften van 't publiek en dus zoo gemakkelijk mogelijk moet zijn; een wetenschappelijk juiste spelling is primo onpraktisch, secundo onuitvoerbaar, tertio chimeriek en door niemand begeerd.
C.