Beantwoorde vragen.
1. | Aftroonen (met scherp volkomen oo) is samengesteld uit af en troonen, welk laatste woord ‘lokken’ beteekent. De afleiding is onzeker. De meest waarschijnlijke schijnt mij die van den heer Te Winkel toe, nl. van trauan, vertrouwen. Troonen (uit traunan) zou dan beteekenen ‘doen vertrouwen, overreden’.
Zoo bestaat in het Grieksch ook een werkw. pei-thoo, dat ‘overreden’ beduidt, terwijl het pass. ‘vertrouwen’ beteekent. |
2. | Kluis, dat o.a. ook voorkomt in ‘inkluis’ is niets anders dan het Lat. clausa. Van dit clausa komt o.a. exclusa, het Fr. écluse (voor escluse), welk woord de geboorte gaf aan ons sluis. Inkluis zelf is afgeleid van inclusum, het verl. deelw. van includere, insluiten, en beteekent derhalve ‘ingesloten’. |
3. | Beramen is letterlijk ‘van eene raming omgeven, binnen een raam brengen’. Overdrachtelijk is dus de beteekenis ‘nauwkeurig begrenzen, bepalen’, eene beteekenis, die vrij wel ligt in de uitdrukking ‘de kosten beramen’.
Men vergelijke bepalen, lett. met palen omgeven, begrenzen, van grenzen voorzien, bemerken, van teekens voorzien, enz. |
4. | Oorlof, zie Noord en Zuid. |
5. | Bruiloft is oorspr. Brautlauf, de gang van de bruid naar de woning des bruidegoms. Men vergelijke met deze oorspr. beteekenis de uitdrukking: ‘Eene bruiloft met stoelvaste gasten’, om zich te overtuigen, dat de etymologie in vele gevallen voor het tegenwoordig gebruik der woorden niets afdoet. |
6. | Struweel is de verkleinvorm van struwe = strubbe, struik; struve of struwe beantwoordt op zijne beurt aan het Lat. stirp(s). |
7. | Affuit is samengetrokken uit à fût (= ad fustem). Le canon est à fût = het kanon ligt op het voetstel. |
L.
|
|