Noord en Zuid. Jaargang 4
(1881)– [tijdschrift] Noord en Zuid– AuteursrechtvrijPolka.Polca is een CzechischGa naar voetnoot1) woord, dat ‘helft’ beteekent. Ziehier de geschiedenis van dezen dans. In 1830 begon eene keukenmeid te Frankfort uit tijdverdrijf te dansen; zij begeleidde hare bewegingen door eene melodie uit haar land. Het goede mensch had daar zoo'n genoegen in, dat zij vergat het middagmaal op te disschen, zoodat de vrouw des huizes genoodzaakt was, dit in de keuken te gaan vragen. Daar gekomen bemerkte deze met verbazing hare dansende keukenmeid. In de meening, dat hare gedienstige krankzinnig was geworden, begon zij luide te roepen en lokte daardoor het gezelschap, dat in haar zaal op het middagmaal wachtte, naar beneden. Tot dit gezelschap behoorde ook de musicus Jozef Neruda, die zich haastte de muziek en de schreden te noteeren. De nieuwe dans werd kort daarna op een stadsbal gedanst. In 1835 werd hij te Praag opgevoerd, en hier wegens de halve schreden polca (helft) gedoopt. Vier jaren later maakte de polka een grooten opgang te Weenen. In 1840 werd hij voor de eerste maal te Parijs in het Odeon uitgevoerd door een balletdanser van Praag, een zekeren Raab. Nog in 1850 hoorde men (bijzonder te Amsterstam) van polkahaar, polkahoeden, polkataartjes en dgg., dus was het woord toen blijkbaar nog nieuw. Een straatdeuntje uit dien tijd luidt (zonderling genoeg): ‘Juffrouw, wil je met mij(n) verkeeren,
Dan zal 'k jou de polka leeren!’
- ‘Neen, Mijnheer, ik dank u zeer,
Polka is geen mode meer.’
Denkelijk heeft toen de Mazurka de Polka verdrongen. De soda, bij waschvrouwen in gebruik werd te Amsterdam droogwater genoemd; in Zeeland heet ze... polka. Waarom? |
|