Op het gebied van....
Het is onbegrijpelijk, hoeveel gebieden er langzamerhand ontstaan! Men maakt studiën op muzikaal, op geschiedkundig en de Hemel alleen weet op welk ander gebied. Onwillekeurig denk ik aan den tijd, toen men op Nutsvergaderingen gewoon was allerlei personen en zaken te beschouwen uit allerlei mogelijke en onmogelijke oogpunten! Toen hield een lezer eene voorlezing over ‘de Gezelligheid,’ waarin hij, naar hij beweerde, den mensch beschouwde ‘uit een beverachtig oogpunt;’ NB. omdat de bevers nog al gezellig van aard zijn.
In plaats van ‘Onderzoekingen op historisch gebied’ zou men kunnen zeggen: - ‘Geschiedkundige nasporingen’ en men zou dit zeker doen, als men bedacht, dat ‘op het gebied van....’ altijd iets of iemand onderstelt, die iets te gebieden heeft. Wie de uitvinder van deze dwaze uitdrukking is, weten we niet, maar zonderling genoeg is ze in 't Fransch zoowel als in 't Engelsch geheel onbekend. Komt ze in 't Duitsch voor, we herinneren ons tal van uitdrukkingen, waaruit blijkt, dat er in Duitschland zeer veel schrijvers zijn, die 't niet zoo nauw nemen met de taal. Daar zijn sommigen dom genoeg, te schrijven: ‘Guten morgen’ lachte Fritz!’ niet zoo dom als de Nederlander, die vertaalt: ‘Goeden morgen’ lachte Frits!’ als of men de uitdrukking ‘Goeden morgen’ kon lachen. Men kan die wel ‘lachende zeggen.’ Als onze nationaliteit ons wat waard is, moeten we strijden voor zuiverheid van taal.
B.