Antwoord.
Pallure is hetzelfde woord als het Fransche parure, dat de oorspr. r met de l verwisseld heeft, evenals parer, hetwelk in de andere taal èn als pareeren èn als paleeren voorkomt = ‘versieren’. De beteekenis van het naamwoord was alzoo oorspronkelijk ‘versiersel’; in bijzondere toepassing evenwel werd deze tot ‘versiersel als insigne; vgl.:
Draeght men oec paluren alsoe,
Die den persoen men komen toe,
Soe seit men: het heet een dwaes.
d.i.m.a.w. ‘hem, die insignes, onderscheidingsteekenen draagt, welke hem niet toekomen, noemt men een dwaas.’
In denzelfden zin nu komt in de boven aangehaalde plaats pallure voor. Intusschen zij nog opgemerkt, dat de genoemde overgang van r tot l hier geen phonetischen, maar een logischen grond heeft. Het Fr. parer, bij ons, pareeren, verwarde men met het paleeren, polijsten, dat evenzoo overgenomen was, doch uit het Fransche palir (uit polir, z.v. Helten, Kl. en Medekl. H. XXIV § 5, Aanmerk.). En was zoo pareeren, versieren, eenmaal paleeren geworden, dan kon ook licht parure tot palluren, palure, overgaan.
Een andere beteekenis van palure, namel. ‘schutsmiddel’ vindt in het Vaderl. Mus. III, bl. 205 gebezigd:
Scamelheit es eene vaste pallure,
Want gheen lac en mach daer duere.
Dit palure evenwel is verwant met het Fr. parer, afweren, dat ook, gelijk men weet, te vinden is in para-sol, para-pluie, para-vent.
Ontseggen beteekent ‘weigeren, afwijzen, verbieden.’ Zie Kiliaen en Woordenb. van Oudemans op Brederoo.
BATAVUS.