Ongedurig.
is het tegenovergestelde van gedurig, hetwelk afgeleid is van geduren of duren = volharden, volhouden.
Ongedurig is dus hij, die niet volhardt bij zijn plan, ook die geen rust of duur heeft.
Gedurig heeft als bijwoord eene andere beteekenis, namelijk: telkens, en is dan niet het tegenovergestelde van ongedurig:
‘Toen kreet het gansche rijk geduurig brant en moort’.
(v.d. Goes, Ystroom.)
Als bijvoegelijk naamwoord beteekent gedurig: voortdurend of telkens herhaald:
‘Door het ijslijk gedruisch van 't geduurig schieten.’
(Brandt, L. v.d. Ruiter.)