Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Noord en Zuid. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,26 MB)

Scans (23,51 MB)

ebook (3,36 MB)

XML (1,25 MB)

tekstbestand






Genre
sec - taalkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Noord en Zuid. Jaargang 4

(1881)– [tijdschrift] Noord en Zuid

Vorige Volgende

Een paar opmerkingen.

In een der laatste afleveringen van den Navorscher wordt het oude beletten, op iets letten, acht geven, in zijn oorsprong gescheiden van beletten, verhinderen, en met een ww. lîten, zien, in verband gebracht. Waarom, zal wel niemand begrijpen. Nog daargelaten, of een letten uit lîten zou kunnen zijn voortgekomen, zoo geeft lat, traag, als grondwoord van 't eerste ww. een even goede en zekere etymologie aan de hand als bij het tweede. Uit lat ontstond een transitief denominatief letten (latjan), dat traag maken, verhinderen beteekende; terwijl een intransitief denominatief van gelijken oorsprong het begrip traag worden moest hebben; bij samenstelling met be ontwikkelde zich hieruit beletten, d.i. be, bij (iets), traag zijn, stil blijven staan, zijn aandacht er aan wijden; vgl. ook ons letten op iets.

Ergens anders brengt de Navorscher het subst. hoer in verband met het Angelsaksische hor, slijk. Evenveel als inktkoker met pompstok heeft hoer met hor te maken; want aangezien dit horo in 't Oudhoogduitsch steeds een o, nooit uo heeft, zou zijn vocaal wel aan een Nederl. onvolk. of volk. o, nooit aan een oe kunnen beantwoorden. Wat de oorsprong is van hoer? De geleerden weten 't tot nog toe niet.

L.Q.U.


Vorige Volgende