Nieuwe Wegen. Jaargang 4(1913)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Dichtjes en Deuntjes voor ons Volk III. Jan Velleman. Door dik en dun, door zoet en zuur Is Jan steeds op de beenen. Bij morgen en bij avonduur, Geen dag mist Jan geen eenen... Geen teer doet hij voor kost of kleed Daarvoor zijn brave menschen. Alhier een broek, aldaar een beet, Wat kan hij beter wenschen. Refrein: Jan! Jan! Velleman, Goed gekend van groot en kleenen Peuzelt zak en bakken uit Schreeuwt om bij te weenen! Maar stilaan, de slimme guit, Maakt een vette ponke buit Met vellen en met beenen! Wie ziet er toch naar Jantjen om In heel de groote stede? 't Zij dat hij recht loopt het zij krom Zij laten hem in vrede, Maar Jan van fooie en van festijn Weet alles in 't geweste. Dan tracht hij korts er bij te zijn, En deelt ook van de resten. Ons Jan, is toch zoo'n brave vent, Dit tuigen zijne daden. Voor Toon een keersje van een cent Dat zou hij nimmer laten. Dan bidt hij vurig: ‘Mijn Patroon Laat mij iets lekkers vinden, Een vei-vet-velke, groot en schoon, Want ledig ligt mijn spinde. Met spijkren, gaart Jan duit op duit Leeft arrem al zijn dagen, Tot hij, zijn levenswiekje eens uit, Zijn zielken bin' mag dragen, Dan komen nicht en neefjes af, Om Jantjes ponk te deelen. En zeggen snikkend op zijn graf, ‘Ach! hadden w'er zoo vele!’ Brugge 2-2-13 Bertholf BIEKENS. Vorige Volgende