Nieuwe Wegen. Jaargang 3(1912)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 121] [p. 121] [Nummer 11] Aan U. Ik denk aan u als 't jonge licht ter kimme uitstraalt, Glans van verborgen vuur'ge roze, Ik denk aan u in 't avonduur, wen mane praalt en de avondklokke tampt met heil'ge bedepozen aan u, altoos aan u... En 'k droom soms, lieve, van ons later leven, Geen enklen blijen droom, vergeef het mij: 'k Zie aan den wand een donkre kruisen-rij, En in het luchtruim zwarte raven zweven. En laatste nacht: stil traden rouw-genooden Mijn huis in traag; ik ging hen vóór tot waar Een blanke sponde stond; met stom gebaar, Daar laagt gij, lief, een bleeke koude doode... God hoede ons bei en zegene onze trouwe, En groeien doornen op ons liefdepad Veel hooger dan der bloemen kelk en blad, God houde ons sterk in 't volle leven, vrouwe! Ik denk aan u als 't jonge licht ter kimme uitstraalt, Glans van verborgen vuur'ge roze, Ik denk aan u in 't avonduur, wen mane praalt en de avondklokke tampt met heil'ge bedepozen aan u, altoos aan u... Jozef SIMONS. Vorige Volgende