Nieuwe Wegen. Jaargang 3

Aan het Vlaamsche Volk.

Op Zondag 7 Juli 1912, werd te Antwerpen eene vergadering gehouden van de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie. Aan de dagorde stond de nederlegging van het Wetsontwerp der Vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool tijdens den buitengewonen zittijd, die twee dagen lager zou geopend worden. Uit de bespreking van dit punt volgde, dat er geen hoegenaamde mogelijkheid bestond die hoofdvraag van het Vlaamschgezind programma te behandelen in den loop van dezen zittijd en werd er beslist, dat het wetsontwerp zal neergelegd worden in November aanstande en dan onmiddellijk zal behandeld worden. De

[p. 94]

tijd van werken is dus nabij en wij roepen alle Vlamingen op, om de sedert jaren aangevangen opwekking tot den strijd krachtdadig voort te zetten.

Ook de gevolgen van de verkiezingen van 2 Juni zijn besproken geworden en de wijze onderzocht, waarop deze verkregen zijn. Verklaringen werden daar afgelegd waaruit blijkt, dat geene leden der Commissie zich schuldig gemaakt hebben aan miskenning der regels voorgeschreven door de eischen van de eendracht en dat er geen aanleiding bestaat tot het opzeggen der samenwerking Daarom verklaren wij nogmaals, dat het vraagstuk van de Vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool niets heeft te maken met den strijd der partijen. Het raakt daarentegen de hoogste geestelijke en stoffelijke belangen van het geheele Vlaamsche Volk.

Het is een vraagstuk, dat niet door eene enkele partij kan opgelost worden. Tot zijn oplossing is het een onmisbaar vereischte, dat de Vlaamsche Kracht, die in de verschillende partijen aanwezig is, eendrachtig optrede om te zegevieren over de macht van den tegenstand.

Dat werd begrepen toen deze grootsche strijd werd aangebonden en ondanks de vele pogingen, die van alle zijden werden in 't werk gesteld om de eendracht te ondermijnen, werd deze onverbreekbaar bewaard.

Thans is deze eendracht meer dan ooit vereischt. Geen beter bewijs is daarvoor te vinden, dan het luid gejubel, dat in heel de anti-vlaamsche pers zonder onderscheid van partijen, is opgestegen, toen het scheen, dat deze eensgezindheid een knak zou krijgen. Zij juichte als ware de Vlaamsche Hoogeschool reeds begraven: dat mag een les zijn!

Is het op het oogenblik, dat de Wallonisanten zich tegen ons oprichten en de opheffing eischen van taalwetten, die we met zooveel moeite veroverden; op het oogenblik, dat de bestuurlijke scheiding van het Vlaamsche et het Waalsche deel van ons vaderland wordt gevraagd door Waalsche heethoofden; op het oogenblik, dat op het Waalsch Congres van Luik wordt toegejuicht: de eendracht der Franschgezinde katholieken, liberalen en socialisten om op te komen tegen onze billijkste eischen; is het op dat oogenblik dat wij tweedracht zouden laten sluipen in onze gelederen en ons daardoor zouden laten verlammen tot groote vreugde van het franskiljonisme? Dat ware krankzinnigheid. Daarom zal de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie, in welke het Vlaamsche Volk zijn vertrouwen heeft gesteld tot het leiden van de Beweging, de eendracht tot elken prijs bewaren en de andere Vlaamschgezinden aanwakkeren om hetzelfde te doen. Met onverzwakte eensgezindheid zal ze hare taak volvoeren, die moet leiden tot verovering van wat het Vlaamsche Volk het dierbaarste moet zijn: een volle onbelemmerde ontwikkeling en ontluiking van zijn geestelijke begaafdheden in de vervlaamschte Hoogeschool van Gent.

Wij zeggen dus aan alle Vlaamschgezinden het land door: laat u niet misleiden door de inblazingen van hen, die het niet goed meenen

[p. 95]

met onze Heilige Zaak. Wij herhalen hun den Rütli-eed, waarmede zoo prachtig onze Beweging werd ingezet op de onvergetelijke Volksvergadering te Antwerpen:

Wir wollen sein ein einzig Volk von Brüdern In keiner Not uns trennen und Gefahr! (^(*))

De Vlaamsche Hoogeschool-Commissie.

De Onder-Voorzitter,	De Voorzitter
Fl. Heuvelmans.	Max Rooses
De Secrétarissen,	De Verslaggever,
H. Meert, M. Rudelsheim.	Lodewijk de Raet.

De leden: L. Augusteyns, volksvertegenwoordiger; H. Baels, advocaat; Dokter Is. Bauwens: Dr. J. Boonroy, bestuurder van de Nijverheidsschool te Antwerpen; K. Buls, oudburgemeester van Brussel; Dokter Claus; Dr. Ces. De Bruycker; Dr. Cam. De Bruyne, hoogleeraar; Ad. De Ceuleneer, hoogleeraar; Alf. De Groeve, advocaat; Dr Julius Delbeke, volksvertegenwoordiger; Pol de Mout, conservator Museum Schoone Kunsten te Antwerpen; Dokter Depla; Dr De Stella, hoogleeraar; Alb. Deswarte, advocaat; Lod. Dosfel, advocaat; Dokter Gust. Doussy; Louis Franck, volksvertegenwoordiger; Paul Fredericq, hoogleeraar; Dr. Heymans, hoogleeraar; Karei Heyndrickx, advocaat, gemeente-sekretaris, Sint-Nikolaas; Ad. Hendrickx, volksvertegenwoordiger; Dr. Cam. Huysmans, volksvertegenwoordiger; Dokter Lauwers; H. Lebon, advocaat; Martens, student; A. Matton, Eerstaanwezend Conducteur Staatspoorwegen; Léo Meysmans, volksvertegenwoordiger; Dokter Persoons, volksvertegenwoordiger; Persyn, notaris; Dokter Quintens; A. Reychler, hoogleeraar; Stanislas Reynaert, ingenieurscheikundige; Julius Sabbe, oud-leeraar, (overleden); Dokter F. Sano; Dr. Schuyten; Jan Sebrechts, landbouw-ingenieur; Dokter Speleers; Dokter H. Terlinck; F. Van Cauwelaert, hoogleeraar, volksvertegenwoordiger; Dr. A. Van den Berghe, repetitor aan de Hoogeschool te Gent; E. Van den Berghe, ingenieur Staatsspoorwegen; Jozef Van den Broeck, advocaat; Dokter Van de Perre, volksvertegenwoordiger; Jul. Van der Linden, volksvertegenwoordiger, (overleden); Edm. Van Dieren, advocaat; A. Van Loy, ingenieur; Dokter Eugeen Van Oye; A. Van Waesberghe, ingenieur; Jozef Vercoullie, hoogleeraar; Aug. Vermeylen, hoogleeraar; E. Waxweiler, hoogleeraar, bestuurder van het Solvay-Instituut voor Sociologie; Leonard Willems, advocaat.

(*) Wij willen zijn een eendrachtig Broedervolk In geenen nood ons scheiden noch gevaar.