Nieuwe Wegen. Jaargang 3(1912)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Berenvolk. Op 'n warmen zomernoen, dat d'hitte door de ruimte sneed, doolden zwartgebaarde menschen rond, in balengoed gekleed. Langs hun grauwe voorhoofd, aan de boorden van hun grooten hoed, hingen panen slunsenvellen, lijk verdroogde klonters bloed. Met zijn pooten in de lucht, daar lag 'n beer in 't stratezand, met 'n zwaren ijz'ren keten aan 'n boom gestakeband. Vóór 'n witgezeilde tente zat 'n manmensch op zijn kniên,... en de menschen stonden gapend op het berenvolk te zien. En de man ging bij den beer en deed wat kunsten langs den grond; - met 'n teelken in zijn muile ging de beer om stuivers rond. Gits, Oogst 1912. Paul Van Biervliet. Vorige Volgende