inniger zijn... En nu zijn de tijden zoo, wel niet voor iedereen, wat spijtig is; maar voor wie leven met in hen liefde tot eerbied voor de kunst, voor de ware kunstenaars ook, dat heel hun hert gaat naar innigheid, deze verkiezend, onendig meer, boven uiterlijken zwier en blije lichttoovering en kleurenspel voor de oogen. De menschelijke zielen hebben dorst naar meer.
't Is misschien hier de plaats niet 'n vergelijking te maken tusschen Rubens en Rembrandt, - maar het lust ons zoo over deze twee geniale werkers, deze twee kunstenaars ons gevoel en gedacht uit te drukken, dat we niet nalaten kunnen neer te schrijven wat ons hert openbaarde aanonzen geest.
Rubens! - Rembrandt! - 'n Reus van kleur! - 'n Dichter van kleur! - 'n Zwierig werker! - 'n Ingetogen zoeker! - 'n Geniaal schilder! - 'n Geniaal dichter! - 'n Oogenstreeler! - 'n Zielentreffer!
Ah! hoe meer dichter is Rembrandt dan Rubens! Hoe meer bij genen dan bij dezen, voelen we 'n waar artistiek temperament, 'n groot goed hert, 'n waren mensch, 'n allergevoeligste ziel. En uit dat temperament, uit dat hert, uit die ziel groeide heel zijn kunst, waar van sommige uitingen ons toch zoo diep roeren kunnen: bijv. Het Joodsche bruidje, het portret van Hendrikje Stoffels, het portret zijner moeder, de Familie.
Bij Rubens groeit ook wel zijn kunst uit hem, maar dat is niet zoo gelijk wij dat verlangen. We mogen in hem den mensch niet voelen zooals wij hem bij Rembrandt voelen kunnen. Rubens is altijd gedrapeerd, in staatsie-gewaad; Rembrandt is in dagelijksche doening, gemakkelijk te benaderen. Rubens' kunst kan ons wel eerstmaal opvoeren door de schittering, - de ongemeene schittering van zijn zeer glansrijk palet, - door den stouten durf van zijn samenstelling, door de bijna ongeëvenaarde zwierigheid zijner lijnen; - zijn kunst vinden we toch altijd zoo wat oppervlakkig, van buiten-af-gezien, verradend nooit het diep-innige van het zieleleven als door 'n tooneelgebaar, wat dan weer ons heelemaal niet treft. We voelden ons nog nooit ingetogen voor 'n werk van hem, tenzij voor zijn St. Franciscus. En nochtans heeft hij vóór op velen der grootste Italianen, zoo niet in 't algemeen dan toch in zekere eigenschappen; grootscher dan Caravaggio is hij, zoo kleurrijk maar losser, levendiger dan Titiaan, als schilder, plastischer dan Michel-Angelo.
Rubens werkt schoon, duidt alles aan, maakt alles af; hij werkt gemakkelijk en zeer vlug. - Met 'n gemakkelijkheid en 'n vlugheid, die men weervinden kan in de uitdrukking van de meeste zijner portretten. Hij is alles behalve 'n physionomist. Rembrandt daarentegen, werkt even schoon, maar heelemaal anders, zijn palet mist de schittertonen, het kent de zonnestraling niet van Rubens... Zijn werk is