Nieuwe Wegen. Jaargang 3(1912)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende O bitterheid des levens. (Fragment uit: Humana Comoedia.) O arme moeder, met uw bleek-teêr kind, Die moegesjaffeld, en van al verlaten, Tot rustbed voor uw moede leden vindt Het klamme steen slechts van de derve straten. O menschenkind, met op uw arm den vrucht Van uwen schoot, den troost nog van uw dagen, Waarmêe gij angstig door het leven vlucht Of droomenspoken op uw stappen jagen. Draagt gij op u soms straffen menigvoud, En moet gij boeten om uwe eigen zonden? Of zijt ge een zondenbok, boet gij de fout Van het geslacht u door het bloed verbonden? [pagina 29] [p. 29] O bitterheid des levens, kind der smart, Torsch moedig uwen wracht en dat uw blikken Geen haat noch nijd verraden uit uw hart Maar laat het rustig voort door 't leven tikken. Stoor u om andren niet, die zonnelicht Of vreugdelach tot 's levens deel verkregen: Zoovelen dragen mommen op 't gezicht Waarachter zij zoo vaak hun tranen vegen. Wee dezen die zijn smart verkroppen moet En als een Janus door de wereld treden! Eendaags toch berst het overkropt gemoed En sleurt hem vroeger nog ten grave mede. Gij zijt gelukkig in uw lijdensstaat Dat ge u moogt laven aan die bron der tranen; Getroost u dus... droeg niet om anders kwaad Een God eens 't snoode kruis langs de eigen banen? Zie op tot hem en laat zijn honigblik In de uwe 't bitter van uw smart verzoeten, Vrees niets... treed bij, Hij kent toch ieder tik Van 't kranke hart en loont u na uw boeten. Brugge 26/11/11. Marcel Breyne. Vorige Volgende