Nieuwe Wegen. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Het lied van den eenzame. Ik wou om mij een blanke schare Van kindjes in een wit gewaad, Met blauwende oogjes, blonde haren, En met een hartje rein van 't kwaad; Die schoone roode bloemen garen, En vlechten tot een kleurgen krans, En lichtjes door de weide varen In wijden witten rondedans..... Ik wou ze om mij zien gaan en draaien Als vlinders in een rozeperk; En juichend met hun tuilen zwaaien, En doen een lieve kinderwerk: Hun bloemen voor mijn voeten zaaien, En zingen liedjes wonderbaar; O 'k zou ze streelen, zachtjes aaien, En stille zoenen in hun haar..... Maar zouwen ze me niet ontvluchten? Want op mijn voorhoofd ligt mijn smart; Uit moeden boezem jagen zuchten, Mijn oogen stralen droef en zwart; Ik nutte van de wrange vruchten Van 't leven-vretend bleeke leed, En in mijn ziele zijn genuchten Die vlekken blanke kinderkleed... 1907. Jef Buyse. Vorige Volgende