Nieuwe Wegen. Jaargang 2

Lenteleven.

Midden grijze wolken hangt er
hier en daar 'n lapken blauw,
en de velden schieten kleur in
‘fresco’ en in mollegrauw.

Op 'n dikbebotte wilge
zit 'n vinkeman en slaat,
en hij roept zijn wijf, dat bij de
beke zich te wasschen staat.

In 'n meersch daar staat n' reiger
bij 'n put, en steekt zijn snuit
lijk 'n roeispaan, onder 't water
en hij knipt 'n groenen puid.

Op zijn huksken, zit 'n meerlaar
met zijn zwarte panen vest
in 'n donk'ren elzenstruik en
dekt zijn grauwbeslijkte nest.

Door de wolken druipen stralen
in der velden aangezicht,
en, nu, gansch het jeugdig leven
overstroomt van zonnelicht.

Rodolpho.