Jaarkrans
Boerenmis- en leutedagen.
VII.
St-Pieters-dag.
Nog een misdag die gaan vliegen is; men kan hem waarlijk bijna niet meer onderscheiden van de andere dagen.
Zoete Heer! waar is de tijd belonden dat St Pietersdag, weken vooraf genoemd, beklapt en verlangd werd, als een der grootste en geestigste boerenmisdagen van gansch het jaar.
Hij kwam er ook juist van pas, tusschen den kuischtijd en den maaitijd, om 't herte een heelen dag lucht te geven, vooraleer de groote werken aan te vallen, die met St Pietersdag beginnen en aanslepen tot aan den winterkant.
In mijn jongen tijd moest men strooitje trekken, wie er dien dag zou t'huis wachten, elk wilde weg en stond gekitteld en gestraald om naar Thorout de St Pietersfeeste te gaan doen.
Wie is er hier op de streek, die vijftig jaar oud zijnde, in zijne jonge jaren naar Thorout niet en trok?
Dat was me daar iets! Al de boere-jonkheden van vijf, zes uren in de ronde stormden Thorout in; ook de werkmenschen wonden uit bij benden en 't zot goedje, bij koppels, - natuurlijk, boerinne - zeggen de ketsers.
Nu is er op St Pietersdag geen peerden-feeste meer te Thorout; de beesten worden van acht dagen vooraf, in de stallen opgezocht en verkocht en die niet verkoopen kan, wacht den dag niet af, omreden de koopmans meest al reeds vertrokken zijn.
Maar over dertig, veertig jaar, kwamen de peerden heel den nacht in Thorout toe; langs de groote banen bleven de bazen ook heel den nacht op, met de buitenluikers der herberg wagewijd open, om klaar en duidelijk teeken van leven te geven; ze stalden de peerden, gaven eten en drank aan de reizende boeren en boevers en ontvingen een schoonen stuiver.
Op de foore krioelde't van volk en dàt van in den donkeren. Daar had men keure van alles, want 't plein was met tenten en kramen bezet: kramen met zoetekoek, andere met franschbroodjes en hesp en nog andere met wandelstokken, vooral met koopmans-stokken, geknobbelde mispelaars, met een leêren rieme door den kop. Alwie nog geen stok bezat, kocht er een op St Pietersfeest en dat geleek daar waarentig stokken-ommegang, met al die jonge en oude, lange en korte tjanfelaars.
Maar wat vooral veel aftrek had, 't was de biertent. In 't meerendeel der tenten verkochten ze Leuvensch bier - dat was een ‘specialiteit’ van St Pietersfeeste.
't Leuvensch bier stond dien tijde op grooten naam, erger dan nu de Champagne, dien de puiten welhaast zullen drinken.
Dus, de tenten werden bestormd om de flesschen Leuvensch; maar Credo! dat was me Leuvensch. Van dàt vervloekte Leuvensch! Een soort van brouwsel uit pisse en rogge-meel.
Hoe slechter en vuiler en kijziger het was, hoe beter het smaakte, dat was echte Leuvensch, straffe Leuvensch, lekkere Leuvensch!