Nieuwe Wegen. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Nieuwe wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De sprokkelaarster In 't sjovel, dunne kleed, - waar de armoê langs veel scheuren heur grijnzend aanzicht toont; - het wasgeel. scherp gelaat heksachtig schuilend in vaalrooden doek, zoo gaat een oude vrouw door 't bosch, waar kaal de boomen treuren. De noordwind peerscht en blauwt heur pijnvertrokken wezen, terwijl ze, lastig hijgend, 't stram geraamte bukt om de enkele dunne rijshouttwijgjes, afgerukt door 't nijdig stormen, tot een bussel saam te lezen... [pagina 16] [p. 16] Zoo gaan ook wij, ten prooi aan vele droef heidstormen, in arme lijdenskleedsel en met moede leên, door 't schamel vreugdenwoud des levens sprokklend heen, om, twijg bij twijg, een bussel vreugdehout te vormen. Wij rapen, lastig bukkend, moê en half-gebroken de dunne twijgen op, alhier, aldaar verspreid - zoo schaarsch! - wijl ons een immer zwakkend' hope vleit toch eens een duurzaam vreugdevuur ermeê te stoken... Arm. Van Veerdegem. Vorige Volgende