Nieuw Leven. Jaargang 3(1910)– [tijdschrift] Nieuw Leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Zie mij geslagen.... Zie mij geslagen en vol angsten; pijn die niet kan spreken, woelt mij in de borst; ik dool onmachtig met mijn wilden dorst, gejaagd door stormen dat niet luid mag zijn. O, dat ik dees martelie heb getorst, liefde die gaf haar bloed en kreeg wat schijn, liefde die bouwde en storte in zwarte mijn, waar niet één troost haar wijde wond omschorst... O minnen en die min niet zeegnen, zacht, en dragen zelfkastijding in den nacht, waar niet één licht het spoor der vreugd onthult. Ik sta nog recht, al wou ik schreien, stil, aan uwe borst, ik die nog schenken wil mijn laatste have om uw zoo groote schuld. Vorige Volgende