‘Laat mij het mogen herhalen: Het ivoren Aapje is een uiterst merkwaardig boek. Geen kinder- of preutsche-juffrouwenlectuur (in dat opzicht nog oneindig gevaarlijker dan “Een Huis vol Menschen” waarin zekere provinciale dame immers tal van onzedelijkheden wist te ontdekken), maar voor al wie werkelijk volwassen is, en van litteratuur houdt, een waarlijk zeldzame delice.’
In De Gids vinden we het einde van Scharten's novelle Sprotje's verder Leven. Arthur Van Schendel begint, in den vorm van een letterkundige bijdrage, een beschrijving van Shakespeare's leven. In een woord vooraf, zegt hij: ‘De onderzoekende geest zal soms waarschijnlijkheden, wellicht verzinsel ontdekken, doch met eenige gemoedelijkheid willen toegeven dat zulke afwijkingen ook in wetenschappelijke verhandelingen over Shakespeare voorkomen, zij het ook zelden.’ De gedichten die in dit nummer voorkomen zijn zeer gewoon. In het dramatisch overzicht, bespreekt Van Hall drie werken: Heyermans' Schoone Slaapster, Willem Schürmann's Veertig en Frederik van Eeden's Het paleis van Circa.
Van Hall zegt o.m. van Heyermans's stuk: Van de vogels en de dichters heeft men gezegd dat, zelfs wanneer zij zich op den beganen grond bewegen, on sent qu'ils ont des ailes: van Herman Heyermans zou ik willen zeggen, dat hij er een is, van wien als hij probeert te vliegen, on sent qu'il a des pattes.
In het ‘Overzicht der Nederlandsche letteren’ looft Scharten Fred. Van Eeden's De Nachtbruid in een zeer goed doordacht artikel.
De Navorscher 7, brengt ons onder de rubriek Taal- en Letterkunde mededeelingen over den ‘windhengst’ uit Gorter's Mei eene variante (waterboei en winterboei) uit Borger's Aan den Rijn - het oudere voer(en) = doen en laten, handelwijze, manier - oude spreekwoorden - en ten slotte de volgende eenigszins verbazende vraag, die bewijst dat er voor ons, Vlamingen, in Holland nog veel te doen valt: ‘Wie kan iets mededeelen over het dialect, dat tegenwoordig in Noord-Frankrijk wordt gesproken? Zijn er nog overblijfselen van den tijd, toen daar het Vlaamsch overheerschend was?
De rubriek geschiedenis behelst onder andere kleinigheden Iets over 't woord liberaal, dat als partijnaam voor 't eerst zou gebruikt zijn in 1812 in de Cortes, doch in zijne bepaald staatkundige beteekenis reeds bij Chateaubriand voorkomt in 1802.