Nieuw Leven. Jaargang 3(1910)– [tijdschrift] Nieuw Leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] De Lente De wegen liggen stil in 't zonnelicht mei-loovers glanzen lijk Smaragden vlinderen, met prille vlerkjes, die doorzichtig-fijn in de eersten kus der lentezonne zinderen... Ik hoor gespeel van kommerlooze kinderen, ál zuivre stemkens, ver en zilverrein, en weet: nu zal geen aardsche smerte en pijn mijn zonnedronken levensmoed nog hinderen... Ik hoor gefluit, dat trilt in elken boom, en feestlijk huppelt langs de klare wegen; 'k zie zonne dansen op den zilvren stroom, uit aller wegen lacht mij liefde tegen, en 'k voel alom, in huiver-blijden schroom, de oneindige goedheid van den lentedroom... Richard de Cneudt. Vorige Volgende