geleden, had de dichter zelf ingezien, dat daar flink in gesnoeid moest worden (bijv. haast heel het gesprek tusschen Hilde en Helga) en 't is jammer dat te Gent geen enkel vers weggelaten werd. Maar zelfs met meer koncentratie in den tekst had de gang van het spel, in 't rumoerig festijn en de neerstormende slot-tooneelen, veel vlugger moeten zijn. Dat ware in een volgende vertooning gemakkelijk te bereiken.
Want... Starkadd zal nog gespeeld worden, niet waar, hier en daar en elders? De jonge Vereeniging is moedig en doordrijvend genoeg, om nu, in het heele Vlaamsche land, krachtig bij te dragen tot het vormen van een kunstzinnig Vlaamsch publiek. Ik hoorde van allerlei plannen: Hooft's Granida, een Adonis van Karel van de Woestijne, op te voeren in de lorkebosschen van Sinte Martens Laethem aan de Leie: een heel programma dus, dat ons bewijzen komt met welken ernstigen ijver de leiders van het uitverkoren gezelschap bezield zijn.
Weten ze wel, met hoeveel blijde hoop de oude Van-Nu-en-Straksers ze volgen?
Want de Van Nu en Straks-beweging heeft van meet af aan een ethischen achtergrond gehad. Wij wilden niet alleen individueeler gevoelsuiting en fijner taal-plastiek: wij wilden een schooner menschelijkheid in Vlaanderen. Wij streden voor de erkenning van het zuiver dichterschap, maar konden toch de kunst niet anders zien dan in verband met het leven. Het drama Starkadd werd zoo geestdriftig begroet, omdat het, als louter kunstwerk, de schoonste daad was in de richting van ons ideaal, - juist wat Gudrun voor het vorige geslacht had kunnen zijn. Waren er toen zeer velen, die even levendig als wij, Van-Nu-en-Straksers, dat ideaal in zich omdroegen? Het bleek toch niet heel duidelijk. Maar thans vinden we er overal, en zie, wat een geluk, daar een uitgebreide groep te ontdekken, die op hare wijze de beweging voortzet, en, begrijpend dat het drama de echte krachtmeter is van de wordende volkskultuur, naar heur doel afstevent met dien geest van ernst, dat ‘solide’, dien afkeer van allen schijn, bluf, parade