Nieuw Leven. Jaargang 2(1909)– [tijdschrift] Nieuw Leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] Een storm op de heide Die storm!... Mijn voorhoofd rilde, klaar bezweet!... Een somber, solferkleurig wolkenpak, Waardoor de gladde bijl des bliksems brak, Die 't grauwe dal vol blasse klaarten sneed! Een paardenbende snoefde en reed, reed, reed, Als voor een meester met onzichtbre klak, Alsof een wespenzwerm hun pooten stak, Dwars door een kolk van keien, gloeiend heet! Ik duchtte: moet mijn heide in vuur vergaan?... Doch 's morgens loeg zij mij weer blozend aan, Vol flikkerschachten haar azuren meer!... Dezelfde storm heeft in mijn borst geloeid. Nog wil mijn lied, - zijn bloemtuin ligt verschroeid, Nog wil het, hoor gebroken, op en neer. Lambrecht Lambrechts. Vorige Volgende