Nieuw Leven. Jaargang 2(1909)– [tijdschrift] Nieuw Leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Uit: ‘Gangen tot een nieuw licht’ Voor Atie. I. Het boek der openbaring Het lijvig boekdeel van dit jaar plaatste ik ontroerd in Tijd's Archief. Mijn sterke hand was bleek en zwaar die het dien stonde hief.... Ik zal nog zeker menig maal de kloorsterlijke, grauwe zaal betreên, om dan met u te saam te lezen, 't wondervol verhaal, gesponnen om uw zoeten naam. In 't boek van 't eerste liefdejaar is ieder uur 't gekozen woord, de dag een volzin, rijp en klaar, een zuiver-schoon accoord. Ik zal nog menig blijde maal de heimelijk-doorlichte zaal betreên om dan met u te saam te lezen 't sprook-gelijk verhaal gezongen van uw lichten naam. [pagina 178] [p. 178] II. Droom's eeuwigheid Voor Nini Brunt. De starend-stille mane-nacht is, als een zieke dag, die zacht en bleek op stilte's sponde ligt.. En ik, met zilveren gezicht en droeve handen en mijn hart zoo vreemd en vol van zoet verdriet, en in mijn oog diezelfde smart, die ik niet weet, in 't hoofd een lied; ik ben een glanzend-teere droom, die de eeuwigheid stil aan den zoom van 't woud der tijden heeft gepeisd; en blank in maanlicht's blankheid rijst... [pagina 179] [p. 179] III. Bij een waterverfteekening van J. Voerman Twee bloemen, die 'k azalea mag heeten staan teeder in een kelk van mat en licht groen glas: twee droomen, door een jonge ziel vergeten, die eene wijl te voor hier aan het peinzen was; twee witte vreugden achteloos verloren twee minneliedjes, die 'n gegane zanger zong... Wiens hand ontroerd heeft in zoo licht bekoren 't tresoor geschikt, dat het tot weenend aanzien drong?... Zult gij voor mij vergeten liedjes garen en streelend maken tot een glans-omtogen schat, en in de kelk van uwe ziel bewaren voor altijd ál de vreugde en 't leed, dat ik vergat? Scheveningen '08. Jan Greshoff. Vorige Volgende