Nieuw Leven. Jaargang 1

[p. 313]

Kronieken

Literatuur.
Herman Teirlinck - De Kroonluchter - (Meindert Bogaerdt Jr. Rotterdam) - Het avontuurlijk leven van Lieven Cordaat - ('t Kersouwken. Antwerpen).

De Kroonluchter is een slecht boek zoowel naar den vorm als naar den inhoud, en des te minderwaardiger van vorm daar het is geschreven met de vaardigheid van een schijnheilig techniekje trachtend voor góéd te doen doorgaan wat eigenlijk in den grond slècht is. De inhoud, zooals gezegd, is even verre van goed: de personadjen zijn nóch leefbare menschen nóch karikaturen, en worden voortbewogen in een kunstmatig wereldje waarin het komische aan het tragische met grove steken werd vast gesnoerd: wij zoeken te vergeefs naar eenheid en kunnen het dan maar ook, met den besten wil van de wereld, met Mijnheer Boeykens - de gevierde jubelaris van een twingtigjarig voorzitterschap en de vader van het zich-gezelfmoordde Valleken - ‘niet in één gepeins saamdenken: de krioelende Kroonluchter en zijn doode kind’.

De Kroonluchter is vóóral een slecht boek omdat het allerminst de mislukte uiting is van een kunstenaarsgevoel, en omdat Teirlinck zijn gemak van schrijven gebruikte tot het samenflansen van een alles behalve kunstwerk

[p. 314]

Alhoewel Het avontuurlijk leven van Lieven Cordaat nog niet ééns een slecht boek kan genoemd worden, wint het nochtans op De Kroonluchter in belangrijkheid..... daar men zich te vergeefs afvraagt wie ooit op de gedachte kwam zoo'n ding roman te heeten en zoo'n afschuwelijk broddelwerk uit te geven!

Geschreven met de overtuiging dat de lezer het nu niet kwalijk zal nemen zijn tijd nutteloos verspild te hebben, en met de vaste overtuiging tevens, dat Mijnheer Herman Teirlinck me ditmaal⁽¹⁾ niet verdenken zal van verregaande naïeveteit: alhoewel ik genoeg weet dat het doel (verder uitwijden onnoodig), de middelen heiligt, geef ik hem niettemin de raad, al ware het enkel als kunstliefhebber, soortgelijke handelsprodukten liever naast Jan de Lichte en De bende van Cartouche op den ouden-markt aan den man te brengen en er de uitstallingen der boekwinkels niet langer mee te bezoedelen.

Reimond Kimpe.

(1) Zie Nieuw Leven, 1^e reeks, afl. 7-8, mijn artiekel Iets over Herman Teirlinck.