Nieuw Leven. Jaargang 1

[p. 269]

[Nummer 6]

O, zangen mijner ziel

Zoo is 't me goed door 't avondland te gaan,
Waar even nog de schimmen zich verhieven
Van herders met hun schapen langs de baan.
En waakzaam, wijl ik mij een herder waan
Verzamel ik de zangen die me lieven.

O zangen, beelden die eens droomen waart
Lijk wolle door mijn liefde rein gesponnen;
Als wol door tanden van mijn wil gekaard
Als draad op mijner ziele harp gesnaard
Als doek met 't bloed gekleurd in mij geronnen.

Indien gij voelt dat ik behagen schep
Met u terug aan mijne borst te warmen,
Vertelt dan hoe ik u gedragen heb;
Daagt een vóór een uit mijn gedachten-web,
En laat u weer gewiegd zijn in mijn armen.

[p. 270]

 

Gij zijt mij allen lief en al zoo naâr

 

Als telgen uit denzelfden stam verenkeld;

 

Gij wordt denzelfden harteklop gewaar;

 

Maar gij zijt stok, gij knods, gij beukelaar,

 

Gij geurig loof, gij bloem die tranen sprenkelt!

 

 

 

'k Heb u een heilge zending toegedicht,

 

O, zangen, of mijn beeldspraak werd begrepen

 

Of gij u hebt gekweten van den plicht,

 

Den brand dien 'k in uw wezen heb gesticht,

 

Dat wilde ik weten om er mee te dwepen?

 

 

 

O! 't Is me lief hetgeen ge mij vertelt,

 

Gij waart een steun in stonden van beproeving;

 

Gij waart een knods in handen van een held

 

En gij een beukelaar die 't log geweld

 

Afweerdet van de stormen der bedroeving.

 

 

 

En gij, groen loof voor bruid en bruidegom,

 

Gij zoendet 't wiegje met uw zoete geuren,

 

Waar gij verscheent was 't of de zonne glom.

 

Gij bloemen waart als troost ook wellekom,

 

Gij deeldet 't lijden van degeen die treuren.

 

 

 

O, zangen mijner ziel, de hemel spreidt

 

Hoog boven onzen gang zijn schitterlichting.

 

Wanneer ik u ter laatste kimme leid,

 

Dat weet ik niet, maar dat ter eeuwigheid

 

Wij landen 't zij gelijk in welke richting.

 

 

[p. 271]

 

O, blijft me trouw, hoe wentle 't tijdgewiel,

 

Met onze liefde, ons lijden en verlangen!

 

O, hart, dat ik voor andrer vreugd verniel

 

In brokken voor de zangen mijner ziel,

 

Blijft leven in de ziel van mijne zangen!

 

 

 

Willem Gyssels.