Nieuw Leven. Jaargang 1(1908)– [tijdschrift] Nieuw Leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Voorzang van den avond Maagden spreken langzaam: Met dezen avondzang sterft alle dag-geluid; en langs den hemeltrans vervloeid in kleurenbaaierd, dooft, en ligt het licht gestold en uitgeblaaierd; op dijzig deemster strekt de dag zijn leden uit als moeden knaap op zacht gebreidden peluw; en of zij oogen zijn die 't rusten langzaam sluit verdwijnen diep in 't land de meren dof en deluw. De n'avond wekt in ons der lusten rustloosheid, als toen de liefde zich om onzen lust gebogen, vreemde vragen lei in onze kinder-oogen. We gaan. - De dag genaakt den nacht in eeuwigheid. Reeds welt en zwelt een eenzaam lied der nachtegalen, en dieper fonkelt d'avond-ster in 't hemel-wijd. - o Laat in ons de waan van 't eeuwig leven dalen! (de maagden willen gaan.) [pagina 86] [p. 86] Eene stem: vermengd in 't maagden-koor:) ‘Uw oogen, Maagden, zijn als meren in den avond...’ (alléén:) ‘o Wijkt niet, Gij, die 't leven als een zonne ziet ten hemel van uw jeugd gestegen, en, Uitverkoornen, reeds uw lusten leven liet en onbewust uw wenschen wegen in 't smachtend sterven van uw biddend avond-lied.’ ‘o Wijkt niet naar de huizen van uw laf geleef; wees stil, en laat uw ziel verduren in stilte 'et drangend leed dat u ten avond dreef, en lijk de smook der tempel-vuren als offer stijgen in des avonds stem-gebeef.’ ‘o Dat in u de waan van 't eeuwig leven dale!’ ‘'k Zie schromend u de mijde hoop om d'oogen dralen.’ (stilte; dan langzamer:) ‘Geluk dat gij in waan door 't wentlen van de dagen als kwellend geeren doodt, en immer toch herleeft. Geluk: het stil gebed dat door den avond beeft, de zucht der ziel naar eeuwigheid in u te dragen.’ ‘Maar, schoon die zucht om u het floers der droefheid weeft en weent in 't mooi-voldaan-verlangend rythmen-klagen, daar slechts wij 't waar genot het hoogst genieten zagen wanneer 't zich der gedachte in smart ontworsteld heeft:’ [pagina 87] [p. 87] ‘extaze! wie - de vlag der zinne-drift gestreken gelaten door de dagen heen ten avond vaart, zijn smart tot altoos keerend menschen-wee geweken, zijn denken tot geloof in 't eeuwig-zijn vergaard - in d'avond staag zijn bange hoop bevredigd ziet en leven weet de vreugde van een groot verdriet.’ (na eene poos:) ‘o Maagden, om wier oogen ik die hoop zie dralen, in u zal zekerheid van 't eeuwig leven dalen!’ (zich verwijderend:) ‘In d'avond leeft de vreugde van een groot verdriet, en heeft zich d'eeuwge tempel-rust der ziel gebreid!’ De maagden, nauw de stilte stoorend, spreken: ... Onze oogen zijn als diepe meren in den avond... (stiller nog:) ... Wees stil: de dag genaakt den nacht in eeuwigheid... Reimond Kimpe. Vorige Volgende