De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21(1904)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 391] [p. 391] De H. Cyprianus. De Hoogepriester, die den mijter Van de Carthaagsche kerke draagt En met den sterken kromstaf weidt er De kudde, angstig uiteengejaagd Door 't keizerlijk decreet van Rome, Is Cypriaan, alom befaamd Om zijne gouden tong, die stroomen Van wijsheid stortte. Wie zich schaamt Den naam van Christus te belijden, Vindt niet in hem zijn evenbeeld: Voor niets zou hij zijn mond ontwijden. Sinds hij door 't doopsel werd geteeld Tot leerling van het Kruis des Heeren Is hij de Rhetor van de schaar, Die 't Kruiswoord smaakt of zoekt te leeren. Doch nu een krijgscohort hem naar 't Gerechtshof voert voor de Pretoren En 't hoofd der rechters aanheft, wie Hij is, geeft fierder hij te hooren: ‘'k Ben Cypriaan, de Bisschop.’ - ‘Bie ‘Dan wierook den gekroonden goden ‘Van 't Keizerrijk,’ herhaalt men hem. ‘Ben ik tot wierooken ontboden, ‘Ik doe het niet!’ weerklonk zijn stem. ‘Zoo zijt gij tot het zwaard veroordeeld.’ En toen men hem dat vonnis las, Boog hij, als een die wordt bevoordeeld, De knieën: ‘Deo gratias!’ Dr. A. Smoor. Vorige Volgende