Twee tooneelen uit het leven van keizer Hendrik IV. -
Keizer Hendrik IV, wiens onsympathieke nagedachtenis door het woord van den kerkvervolger Combes: ‘Ik voel weinig voor een gang naar Canossa’ onlangs weer actueel werd, heeft in zijn jongelingsjaren een stap of liever een sprong gedaan, die wel ‘gedurfd’ maar allesbehalve politiek was. De elfjarige knaapkoning werd in 1062 te Kaiserswerth, na een feestelijk maal, dat hem blijkbaar verhit had, door een der Duitsche vorsten uitgenoodigd een heel mooi schip in oogenschouw te nemen. Nauwelijks had hij het dek bestegen, of het schip voer af. Hendrik dacht aan verraad en dood en sprong zonder een oogenblik aarzelen in den Rijn. Graaf Ekbert sprong hem na en redde hem, waarna de jeugdige gekroonde zich toch met een mooi praatje liet oplichten en naar Keulen vervoeren.
japansche begrafenis te tokio.
Het tweede tooneel uit het romantische leven van den keizer, dat we onzen lezers aanbieden, speelt veertien jaar later.
Keizer Hendrik IV heeft zich vergrepen aan Petrus' Stoel en den grooten paus Gregorius VII... vervallen verklaard van den pauselijken troon. Een geestelijke, Roland geheeten, handlanger natuurlijk van den slechten keizer, brengt de H. Vader de heiligschennende boodschap. Zelf moest de Paus den persoon van Hendriks gezant beschermen tegen de grenzenlooze verontwaardiging der te Lateranen in een Kerkvergadering bijeengekomen geestelijken. Het tragisch oogenblik, dat Roland met trotsch gebaar de beleedigende woorden spreekt, is door den teekenaar G. Closs treffend weergegeven.