De overleden en de nieuwe koning van Saksen. -
Grijsaard reeds, volgde koning George in 1902 zijn broeder Albert op den troon van Saksen op. Na twee jaar regeerens, twee jaren van bijna voortdurende ziekelijkheid en huiselijk verdriet wegens de schande, door zijn schoondochter het katholieke koningshuis der Wettin's aangedaan, is hij den 15den October overleden.
Koning George had evenals zijn broeder Albert aan de Duitsche oorlogen deelgenomen: in 1866 met Oostenrijk tegen Pruisen, in 1870 met Pruisen en de overige Duitsche staten tegen Frankrijk. Dapper krijgsman en kundig legeraanvoerder, was hij van rang tot rang opgeklommen en voerde ten slotte den maarschalksstaf.
Goed en edel van inborst, was hij een voorbeeldig katholiek, die met groote nauwgezetheid zijn kerkelijke plichten vervulde en aan de Kerk een zoon als priester schonk, prins Max, thans verbonden aan de katholieke hoogeschool te Freiburg.
Als een zeldzame bijzonderheid dient vermeld, dat in de laatste honderd jaar driemaal twee broeders elkander als koning van Saksen opvolgden, daar telkens de eerste der twee kinderloos overleed: vooreerst Frederik August 1 † 1827 en Anton † 1836, daarna Frederik August II † 1854 en Johan † 1873, thans Albert † 1902 en George † 1904.
Deze laatste, wiens gemalin, prinses Maria Anna van Portugal, reeds in 1884 overleed, laat zes kinderen na, waarvan het oudste, prinses Mathilde, na den dood harer moeder de honneurs van het Saksische hof waarnam, het tweede, Frederik August, thans als koning den troon heeft bestegen.
De nieuwe koning, in 1865 geboren, wordt geroemd als een vroom katholiek vorst, die de traditie der Wettin's waardig zal voortzetten. Hij heeft drie zoontjes, de prinsjes Frederik August George, Frederik Christiaan en Ernest Hendrik, zoodat, naar menschelijke berekening, geen beduchtheid behoeft te bestaan, dat ook ditmaal geen zoon, maar een broeder zal opvolgen