Van den katholiekendag te Regensburg.
Zijn de diocesane en gewestelijke Katholiekendagen in Nederland nog maar in hun kindsheid, - blijft een algemeene Katholiekendag hier vooralsnog tot de vrome wenschen behooren, - in Duitschland heeft men het gouden jubilé dezer indrukwekkende wapenschouwingen, dezer van actie getuigende en tot actie opwekkende betoogingen al achter den rug.
Wat nog merkwaardiger is, in plaats van dat de Katholiekendagen op den duur zouden te lijden hebben van sleur en slenter, vertoonen zij een steeds rijkere en breedere ontplooiing van het katholieke leven. En al zijn, de een na den ander, de mannen heengegaan, die in de moeilijkste jaren van het Catholicisme in Duitschland aan de spits stonden - een Windthorst, een Mallinckrodt, een Schorlemer Alst, de Reichensperger's - waardige opvolgers hebben hun voetspoor gedrukt en de roemrijke tradities van groote voorgangers in eere gehouden.
Toen voor twee jaar de Katholiekendag te Mannheim bijeenkwam, gewaagde een liberaal blad spottend van de ‘Mannheimer zonsverduistering’. Deze spotvogel was gemakkelijk tot zwijgen te brengen door de opmerking, dat de liberalen al blij zouden zijn, indien zij het maar tot een ‘maansverduistering’ konden brengen!
Ditmaal kwam, van 21 tot 25 Augustus, de Katholiekendag te Regensburg bijeen, de oude, eerbiedwaardige Rijksstad, die in de middeleeuwen zoo menigen rijken stoet, zoo menig schitterend feest binnen haar muren had gezien, - in later tijd twee eeuwen lang de zetel was geweest van den Rijksdag.
Onmiddellijk na Keulen, de metropolis aan den Rijn, de trotsche stad der HH. Driekoningen, gastvrijheid te verleenen aan een Katholiekendag, was een zware taak voor de landelijke provinciestad aan den Donau, de stad van den H. Wolfgang. Die taak heeft de oude bisschopsstad met eere vervuld. Heel de stad prijkte in tooi van vlaggen en groen, de rijksgebouwen waren met de landskleuren versierd, en van de stadsgebouwen wapperde de wit-gele vlag.
Ontzaglijk was de toevloed van vreemdelingen; de feesthal met haar zesduizend zitplaatsen was veel te klein, en reeds den eersten dag moesten, ten einde den stroom van bezoekers in te dijken, parallel-vergaderingen worden gehouden. Alle vergaderingen werden door degelijkheid en door geestdrift gekenmerkt. Het buitenland had zijn vertegenwoordigers gezonden uit Oostenrijk-Hongarije, België, Nederland, Frankrijk, Italië en zelfs uit Amerika. De hertog van Norfolk, het hoofd der Engelsche katholieken, had namens de Catholic Union een deputatie afgevaardigd. De apostolische vicaris van Centraal-Afrika te Khartoem had een schrijven van gelukwenschen aan het bestuur van den Katholiekendag gericht.
Een der algemeene vergaderingen werd bijgewoond door een lid van het Beiersche koningshuis, de algemeen beminde prinses Lodewijk Ferdinand. De pauselijke nuntius te Munchen, Mgr. Caputo, voerde in de slotzitting het woord en betuigde zijn bewondering over de eenheid, het geloof en de liefde van Duitschlands katholieken. Aan het feestmaal prees de protestantsche burgemeester van Regensburg den Katholiekendag als een indrukwekkende betooging.
Als herinnering aan deze zoo welgeslaagde dagen geeft de Illustratie het portret van eenige mannen, in wier handen de hooge leiding berustte of die door den luister van hun naam en hun ambt den glans daarvan hebben verhoogd.
Beschermheer van den Katholiekendag was de regeerende vorst Albert van Thurn und Taxis, hertog zu Wörth und Donaustauf, - een afstammeling uit het aloude geslacht, dat, uit het Milaneesche afkomstig en toen della Torre geheeten, eeuwenlang den postdienst in Duitschland en Oostenrijk verzorgde.
Eere-president was de zes-en-tachtigjarige Mgr. Ignatius van Senestrey, sedert 1858 bisschop van Regensburg, niet alleen in jaren, maar vooral naar ancienniteit van benoeming een der oudste bisschoppen der wereld.
Voorzitter van den Katholiekendag was dr. Felix Borsch, justitieraad, een der sieraden van het Duitsche Centrum; - tweede voorzitter Maximiliaan graaf Droste-Vischering, een telg van het geslacht, dat aan den aartsbisschoppelijken zetel van Keulen den kloeken kerkvoogd schonk, die in de eerste helft der vorige eeuw de rechten der Kerk met klem verdedigde tegen de aanmatigingen der Pruisische regeering.