[Nummer 43]
Mgr. H.L. Spoorman.
Op 25 September 11. vierden de Katholieken van Delft en vooral de parochianen van St. Hippolytus een groot feest; groot, niet zoo zeer omdat zulk een feest weinig voorkomt, als wel, omdat de persoon wien het gold om zijne eigenschappen van geest en hart door allen, met wie hij in zijn verschillende kwaliteiten in aanraking kwam, geacht, geëerd en bemind werd.
Mgr. H.L. Spoorman had als deken van Delft en als pastoor van St. Hippolytus een kwarteeuw voor het geestelijk en stoffelijk welzijn der aan zijn zorgen toevertrouwde katholieken gewerkt; met hen gedurende vijf en twintig lange jaren lief en leed gedeeld.
MGR. H.L. SPOORMAN,
Deken van Delft, Geh. Kamerheer van Z.H. den Paus, Kanunnik van het Kathedraal Kapittel te Haarlem, 22 Sept. jl. benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
Wordt geen enkel zilveren leest onopgemerkt voorbijgegaan, zulk een zilveren jubilé dient dubbel gevierd te worden. De katholieken van Delft hebben dat begrepen en wisten het te vieren op een wijze, den Jubilaris en hun-zelven waardig.
Met gulden letteren zal dit feest en de viering er van in de kronieken van St. Hippolytus geboekstaafd worden.
De redactie der Katholieke Illustratie heeft gemeend het portret van den Jubilaris, die in deze dagen op zulk een ondubbelzinnige wijze door klein en groot, door Roomsch en Onroomsch gehuldigd werd, een eereplaats in haar tijdschrift te moeten inruimen en eenige regelen aan hem te wijden.
Mgr. H.L. Spoorman werd 6 November 1836 te Leiden geboren; studeerde achtereenvolgens aan de seminaria te Hageveld en Warmond en werd op 15 Augustus 1860 door Haarlem's eersten bisschop Mgr. J.F. van Vree, z.g., tot priester gewijd. De jonge neomist werd al spoedig tot kapelaan te Voorburg benoemd en na een tweetal jaren als zoodanig overgeplaatst naar Amsterdam. Tien jaren wijdde hij zich daar aan de zorgen der hem toevertrouwde zielen, en werd vervolgens als pastoor van Vlissingen aangesteld.
Daar vond hij een ruim arbeidsveld. Behalve aan de zielzorg besteedde hij zijn groote werkkracht aan het Katholieke Onderwijs, aan de Katholieke Pers en aan de verzorging der weezen. Het onderwijs vond in hem een vurig ijveraar en een machtigen steun. Door hem werd opgericht Zelandia, het katholieke Nieuwsen Advertentieblad voor de provincie Zeeland. Ook de weezen vonden in hem een vaderlijk verzorger en een trouw vriend, op wiens hulpvaardigheid nooit te vergeefs gerekend werd.
Negen jaren bleef de pastoor van Vlissingen onder de ‘ronde’ Zeeuwen, toen voor hem het aandoenlijk uur van scheiden sloeg. De kerkelijke overheid had Vlissingen's pastoor een ruimer arbeidsveld aangewezen: naar het ‘aloude’ Delft werd hij geroepen om daar als deken en pastoor van St. Hippolytus te arbeiden in den wijngaard des Heeren.
Hier vond hij een goed toebereiden bodem, welke slechts wachtte op de hand des nijveren bewerkers om rijke, om overvloedige vruchten voort te brengen.
Een kwarteeuw is sedert dezen tijd verloopen en de vruchten zijn - dank zij aller welwillende medewerking - niet uitgebleven.
In 1885 vierde Monseigneur zijn zilveren priesterfeest en toen bleek reeds, welk een groote plaats hij in de harten der Delftsche katholieken innam.
De geestelijke Overheid waardeerde den arbeid van den werkzamen deken: In Mei 1896 werd hij bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest der nieuwe St.-Hippolytus-parochie door Z.H. Paus Leo XIII, z.g. tot geheim-kamerheer, en in Februari 1902 tot kanunnik benoemd.
Ook van Staatswege werden zijn groote verdiensten erkend: Op 22 September ll. behaagde het aan H.M. de Koningin den Jubilaris als officier in de Orde van Oranje-Nassau op te nemen.
‘Wie het kind heeft, die heeft de toekomst.’
Van deze waarheid was Mgr. diep doordrongen. Vandaar, dat de opvoeding en het onderwijs van den jeugdigen katholiek hem na aan het harte lag. Vandaar dan ook zijn ijveren voor de katholieke school; zijn streven om het onderwijs, gebaseerd op katholieken grondslag, zoo hoog mogelijk op te voeren, zoodat het in geen enkel opzicht behoeft achter te staan bij het openbare.
Om dit doel te bereiken, werden geleidelijk al de leermiddelen, welke verouderd bleken, afgeschaft en vervangen door andere, die aan de eischen van den tegenwoordigen tijd voldoen; lokalen werden verbeterd en nieuwe aangebouwd; het aantal leer-