Bij de platen.
Mgr. Carolus graaf Belgrado. -
Habent sua fata libelli, zegt men; maar niet alleen boekjes, ook plaatjes kunnen op hunne wijs een geschiedenis hebben. 't Is het geval met 't in dit nummer opgenomen portret van Mgr. Belgrado, den Internuntius, die zoo gewerkt en gezwoegd heeft voor het herstel der Bisschoppelijke Hiërarchie en die na veel wederwaardigheden zijn liefsten wensch vervuld heeft mogen zien in dat heuglijk historiejaar, waarvan we in 1903 het gouden jubilé hebben gevierd.
Onze lezers herinneren zich het door de pers geroemde feestnummer, dat de Katholieke Illustratie bij gelegenheid van dat jubilé gaf, en wellicht heeft meer dan een hunner in de portrettenreeks dier aflevering met eenige verwondering het conterfeitsel van Mgr. Belgrado gemist.
Ziehier de verklaring: wij hadden het niet. Wel had de Zaakgelastigde van den H. Stoel te 's-Gravenhage, Z. Excellentie Mgr. Giovannini met vereerende welwillendheid pogingen in het werk gesteld om ons tijdig een reproductie te bezorgen van een geschilderd portret, zich bevindende in de kathedraal van Ascoli in Italië, maar ze bereikte ons eerst na het afdrukken van ons Hiërarchie-nummer.
Nu pater P. Albers S.J. onlangs het tweede deel voltooide van zijn hoogst voortreffelijk standaardwerk: Geschiedenis van het herstel der Hierarchie in de Nederlanden, een boek, waarin op het verdienstelijke leven van Mgr. Belgrado voor het eerst 't volle licht valt, is er voor de Katholieke Illustratie actueele aanleiding genoeg om haren lezers alsnog het portret aan te bieden.