Kinderen der zee.
Naar de schilderij van Jozef Israëls.
't Is toch maar een prettig spelletje, dat schuitjevaren op het strand; zoo'n schuit maak je van een ouwen klomp: je steekt er met een scherp mes de bovenvóórkant af en diept hem langszij wat uit, tot hij den goeden vorm heeft; dan een paar stokjes voor mast en boegspriet, een stukje linnen uit moeders lappenmand voor zeil, een paar dunne touwtjes en een kleurig lintje voor wimpel - de schuit is klaar en zeewaardig. Nu erop uit naar 't strand, de pink gaat zee in! Zus gaat óók mee, om te kijken; eigenlijk is ze al een beetje te groot om mee te doen; maar ze heeft zelf geholpen om het zeil en den wimpel te knippen en aan te naaien, en och, al is ze buiten schooltijd moeders rechterhand in de huishouding, ze is toch ook nog maar een echt kind, een kind der zee, dat hunkert naar 't blije zee-spelletje! Laat ze maar: wie weet, hoe gauw 't voor die twee in een treurspel verkeert.