De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21
(1904)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
J.R. van der Lans.Simon Gorter's Een jaar levens der dagbladpers is een merkwaardig en lijvig boekdeel. Wat al boekdeelen zou de journalist kunnen vullen, die vijf en twintig jaren heeft geschreven, het rijke, veelsoortige leven der laatste kwarteeuw heeft meegemaakt en dag aan dag zijn indrukken heeft weergegeven, zijn meening gezegd, zijn overtuiging verdedigd en toegelicht. Een kaleidoscopisch beeld zou het geschrevene vertoonen - staatkunde, godsdienst, wetenschap, kunst - maar stellig leerzaam en merkwaardig, óók voor den schrijver, die aldus de ontwikkelings-scala zou kunnen nagaan, door hem doorloopen, de allengs verkregen ervaring en rijpheid, de wisseling van meening en inzicht misschien, de oude plunje wellicht ook, door hem afgelegd...
j.r. van der lans.
Naar een photographie van Wilh. Ivens, Hofphotograaf, Nijmegen. De man, wiens naam wij hierboven schreven, viert thans zijn zilveren feest als journalist. Zijn feest is een feestdag voor de katholieke pers, die, hoezeer bij de bespreking van vrije kwesties verschil van meening zich somtijds mocht openbaren, steeds één was en eensgezind in het huldigen der mannen, die haar tot eer verstrekken. Zoo een man is de heer J.R. van der Lans, dien de vijf en twintig jaren van journalistieke werkzaamheid niets hebben doen verliezen van de frischheid en oorspronkelijkheid, waarmee hij zijn loopbaan aanving, maar wiens denkkracht zij wel hebben gescherpt, wiens oordeel wel gerijpt. Zijn geest is lenig, zijn pen vlot gebleven, en de rijke ervaring van menschen en dingen, in die vijf en twintig jaren vergaard, is een voorraadschuur, waaruit hij bij zijn dagelijkschen arbeid met volle handen kan putten. Als jongmensch van vier en twintig jaar nam de heer Van der Lans, nu een kwarteeuw geleden, een redactie-zctel in aan Het Huisgezin, waar hij mannen aantrof als den schranderen en toen reeds grijzen heer Banning, als den werkzamen en bekwamen heer J.A. Vesters, - voorbeelden als ieder beginner ze zich ook thans nog wenschen mocht. Na het overlijden van den heer Vesters en bij het klimmen der jaren van den heer Banning nam de heer Van der Lans aan de redactie reeds spoedig een plaats van beteekenis in, en jarenlang voerde hij de hoofdredactie van het blad, waarvan hij door zijn pittige schrijfwijze en helderen betoogtrant de populariteit wist te bestendigen, waarin het zich van zijn oprichting af had mogen verheugen. Een zestal jaren geleden ging de heer Van der Lans naar De Gelderlander over, dien hij thans nog als hoofdredacteur redigeert en aan welk blad hij den goeden strijd voortzet, door hem steeds met zooveel talent en warmte gevoerd. Ook dit orgaan kwam de rijke ervaring en de altijd vaardige pen van den gedegen journalist ten goede, die in de katholieke pers het eerst, en tot dusver alléén, het aandurfde, een morgen- en avondblad te doen verschijnen, - voorbode, naar wij mogen hopen, van het groote katholieke ochtend- en avondblad, door Dr. Poels op den voorlaatsten Limburgschen Katholiekendag met zooveel gloed bepleit en in den geest met zooveel enthousiasme begroet. Koestert ons tijdschrift oprechte waardeering voor den verdienstelijken en waardevollen journalistieken arbeid des heeren Van der Lans, en brengt het hem daarvoor bij deze gelegenheid gaarne hulde, - een zeer bijzondere reden bestaat er voor ons, om een andere zijde van de waarlijk bewonderenswaardige productiviteit dezes noesten werkers wij zeggen niet in het licht te stellen - want daaraan bestaat allerminst behoefte - maar dan toch met erkentelijkheid te gedenken. Is het groote publiek in den regel maar slecht op de hoogte met hen, die als leiders der dagbladpers een zoo moeizamen en inspannenden arbeid te verrichten hebben; is een dagbladredacteur voor velen evengoed een onbekende als de X der ingezonden stukken; - den novellist Van der Lans heeft heel het katholieke Nederland al vroegtijdig leeren kennen en waardeeren. Reeds toen hij nog bij het onderwijs werkzaam was, schreef hij meer dan één novelle, die een goede belofte voor de toekomst inhield, en nu een dertig jaar geleden verscheen in het oude Katholieke Stuiversmagazijn het historisch verhaal Kruis en Adelaar, dat hem onder de katholieke belletristen van die dagen een eigen plaats aanwees. Tot volle ontplooiing kwam het talent van den heer Van der Lans, toen hij, los van het onderwijs en behalve aan Het Huisgezin ook aan de Katholieke Illustratie verbonden, zich een werkkring geopend zag, die meer met zijn aanleg en temperament strookte dan de opvoeding der jeugd. Hij wijdde zich daaraan met hart en ziel, en verbazingwekkend is de reeks geschriften van allerlei aard, historische romans, novellen, humoresken, schetsen, die zijn vlugge pen tijdens zijn twintigjarig redacteurschap voortbracht. Onvermoeid werker, geduldig en schrander vorscher, man van veelzijdige ontwikkeling, autodidact in den besten zin van het woord, schreef hij nu een kloek hoofdartikel over een brandend vraagstuk van den dag, dan een hoofdstuk van een historischen roman uit het tijdperk van Karel den Groote of de Kruistochten. Vooral 't verleden trok dezen dichterlijk aangelegden geest, de gouden voortijd, waar 'k de drukke werklijkheid
In stillen droom ontvlied, geboeid door velerhande
Gebloemte en schats, voor 't oog des geestes uitgespreid,Ga naar voetnoot1)
Als journalist man van het reëele leven, man der practische en nuchtere werkelijkheid, met kalmen en scherpen blik de verschijnselen van staatkundigen en sociaal-economischen aard bestudeerend, hing toch zijn hart aan die historiën van vorsten, land en luiden,
Van ridder, edelvrouw en poorter, vroom en vroed.Ga naar voetnoot1)
Die historiën zijn zijn eerste liefde geweest, en men behoeft de mogelijkheid niet geheel uitgesloten te achten, dat de heer Van der Lans na, naar wij hopen, nog vele jaren arbeids in dienst der dagbladpers, den journalistieken degen zal verwisselen voor het slagzwaard der romantiek en zoodoende de voorspelling zal waar maken van een zijner beoordeelaars, dat hij, evenals Maximiliaan van Buren in het harnas, in de wapenrusting van historisch-romanschrijver zal sterven. Heeft Potgieter van Alberdingk Thijm getuigd, dat deze het ‘Hollandsch-Catholieke’ der zeventiende eeuw heeft in het licht gesteld en tot zijn recht doen komen, Thijm's ‘jongere’ komt, naast Thijm, de lof toe, het Germaansch-katholieke der Middeleeuwen, in bestoven folianten verscholen en enkel voor den geschiedkundige toegankelijk, tot gemeengoed te hebben gemaakt van ons katholieke volk. Den katholieken Van Lennep zou men Van der Lans kunnen noemen, indien niet de luchtigheid, waarmee de schrijver van De Friezen te Rome met de historie omsprong, in schrille tegenstelling was met het conscientieuze, dat den katholieken auteur kenmerkt, wiens eerbeid voor de geschiedenis jaren geleden reeds door Pater Ermann in De Katholiek werd geprezen. Kloek en forsch moge Van der Lans' stijl zijn, hij heeft dezen weten vrij te houden van het stroeve en gewrongene, dat mevrouw Bosboom-Toussaint's romans niet minder tot een inspanning dan tot een ontspanning maakt. | |
[pagina 219]
| |
Met wat al kostelijke verhalen heeft Van der Lans de katholieke literatuur verrijkt. Wij schrijven hier de lange lijst niet af, maar mogen toch herinneren aan De gouden dubloen, zijn eersteling van eenigen omvang in de Illustratie, een coup d'essai die tevens een coup de maître was; aan Maagdepalmen, kleurrijke en poëtische bladzijden uit de geschiedenis der Evangelieprediking in de Nederlanden; aan Twee Veroveraars, een fraaie teekening van den strijd tusschen den Longobardenkoning Alboin en Paus Gregorius den Groote; aan Koning Karel en Widukind, een romantische schildering der reuzenworsteling tusschen Charlemagne en den grimmigen Saksen-hertog, eindelijk toch getemd; aan De Roomsch- Koning, keurige bladzijden uit het schitterendste tijdvak onzer grafelijke geschiedenis. Maar waar zouden wij eindigen, indien wij heel het oeuvre van den gevierden letterkundige alleen maar op deze encyclopedische wijze wilden vermelden, - wilden gewagen van Tenochtitlan, De Nachtelijke Zangers, Een bloem in den kerker, De tocht naar Damiate en zooveel andere historische verhalen, - wilden treden in een opsomming der novellen, groote en kleine, waarmee hij zooveel jaargangen van ons tijdschrift heeft verrijkt, - wilden herinneren aan zijn poëtischen arbeid en zijn critische opstellen over literatuur en kunst in De Katholiek en Het Dompertje? Van der Lans' historischen romans vooral viel zoowel bij hun verschijning in de Illustratie als bij een veelal kort daarop gevolgde uitgave in boekvorm de meest waardeerende en lovende bespreking ten deel, en dat zijn werk ook in het buitenland niet onopgemerkt bleef bewijzen de vertalingen, die van de meeste zijner romans bestaan. Het ter perse leggen eener nieuwe volledige uitgave van al zijn historisch-romantische werken, samenvallend met zijn feestgetij, is een verblijdend getuigenis, dat het lezend publiek aan dezen auteur de aandacht en belangstelling blijft schenken, waarop hij zoo ten volle aanspraak mag maken. Populair en vruchtbaar schrijver als hij is, grenst wat Van der Lans, op gelukkige wijze het multum en multa vereenigend, in een kwarteeuw heeft voortgebracht, aan het ongelooflijke, en voor zooveel arbeid, in den dienst der katholieke literatuur en journalistiek geleverd, voegt huldigende waardeering. Den heer Van der Lans, die niet enkel om zijn talent, maar ook om zijn nobele persoonlijke hoedanigheden de algemeene sympathie geniet, zij het gegeven, nog vele jaren zijn verdienstelijken arbeid voort te zetten, waarvan het katholieke volk reeds zoovele en rijpe vruchten heeft geplukt. Behoeven de belangstelling en waardeering, waarvan hij bij zijn feest het voorwerp zal zijn, hem daartoe geen prikkel te wezen, ze zijn in ieder geval een rechtmatige belooning voor dezen noesten werker, dezen ridder van de pen, wiens devies steeds geweest is: Non recuso laborem: ik schuw den arbeid niet, en die ook Dr. Schaepman's wapenspreuk: Credo, pugno: ik geloof, ik strijd, de zijne mag noemen. |
|