Keizer Wilhelm II op de Middellandsche Zee. -
Bijzonder vriendelijk ziet Zijne Majesteit er niet uit, zooals hij (zij) daar zit te peinzen, de veder op 't papier voor een blijkbaar ernstige regeeringscorrespondentie.
Maar mogelijk kwelt hem het toast-duiveltje, dat hem een of andere aardige gedachte of geestigen zet inblaast om straks in een hooggestemde toespraak te gebruiken bij het aan wal stappen.
Misschien is hij een oogenblik verstrooid geweest door de gedachte aan Rome's Caesar, de gedachte, wat diè er wel van zeggen zou, zoo hij Germanje's modernen Caesar daar zitten zag, water onder, lucht boven zich, links en rechts een werelddeel, in een paviljoen, als in een elegant kabinet.
't Is ook mogelijk, dat... maar laat ons niet verder gissen en tevreden zijn, dat we op deze manier, zonder schijn van majesteitsschennis, Duitschland's edelen keizer mogen bespieden bij staatsbezigheden, waarin hij door niemand wenscht gestoord te worden.
wrakstukken aan het strand.