Bij de platen.
Koningin Isabella II van Spanje. -
Te Parijs, het toevluchtsoord van onttroonde vorsten - de laatste keizer van Brazilië en de laatste koning van Hannover zijn er gestorven - overleed den 6den April de gewezen koningin Isabella II van Spanje, een vergeten vrouw.
Haar leven was in twee nagenoeg gelijke helften verdeeld: de eerste, te midden van onophoudelijke burgeroorlogen, opstanden en woelingen op den troon doorgebracht; de tweede in de Fransche hoofdstad in zoo volkomen vergetelheid gesleten, dat men zich haar bestaan nauwelijks meer herinnerde en bij het vernemen van het doodsbericht zich verwonderd afvroeg: ‘Kijk, leefde koningin Isabella nog?’
In 1830 werd zij geboren als de dochter van koning Ferdinand VII en diens vierde gemalin Maria Christina. Daar Ferdinand geen zoon had en krachtens de vastgestelde troonopvolging de kroon na zijn overlijden zou ten deel vallen aan zijn broeder Carlos, hief hij kort voor de geboorte zijner dochter de Salische wet op, zoodat Isabella den troon kon beklimmen.
Dit geschiedde reeds drie jaar later, toen Ferdinand VII overleed. Het driejarig prinsesje werd koningin en haar moeder tot regentes des rijks benoemd. Dit was het sein tot een bloedigen burgeroorlog, want Don Carlos was niet geneigd, lijdelijk in het verlies der koninklijke waardigheid te berusten. Zeven jaren duurde de oorlog tusschen Carlisten en Christino's, die door het krijgsbeleid van generaal Espartero, den ‘hertog der overwinning’, ter gunste van koningin Isabella werd beslist. Doch de regentes moest het land ruimen, Espartero werd regent, maar weldra vervangen door den hertog van Baylen, tot de jeugdige koningin reeds in 1843 meerderjarig werd verklaard en de teugels van het bewind aanvaardde.
In 1846 trad zij in het huwelijk met haar neef, don Francisco d'Assisi. Intusschen volgde het eene ministerie op het andere: O'Donnell op Bravo, Narvaéz op O'Donnell, en de binnenlandsche woelingen kregen een steeds meer bedenkelijk karakter. In September 1868 verhief admiraal Topete in de haven van Cadix de vaan van den opstand, die zich weldra over een groot deel van het land uitbreidde. De troepen der koningin werden den 28sten September door generaal Serrano bij de brug van Alcolea verslagen en zij zelf nam de wijk naar Frankrijk. Uit Pau vaardigde zij een protest tegen de revolutie uit, maar deze bekreunde zich daar niet om en voltooide haar werk door het uitroepen van de republiek. In 1870 deed Isabella afstand van den Spaanschen troon ten behoeve van haar zoon Alphonsus, die vier jaar later - nadat Spanje eerst een republiek, daarna een koninkrijk onder Amadeus van Savoye, vervolgens weer een republiek was geweest - den voorvaderlijken koningszetel beklom.
Isabella's rol was op acht-en-dertigjarigen leeftijd afgespeeld; nog zes en dertig jaren is zij als toeschouwster getuige geweest van de velerlei beroeringen, waaraan haar land ter prooi was, en van de rampen, die het hebben getroffen. Kort voor haar geboorte had Spanje zijn rijk bezit in Zuiden Midden-Amerika verloren; in haar levensavond zag zij de laatste overblijfselen van het eenmaal reusachtige koloniaal bezit te loor gaan.
***
Mr. C.J. Sickesz, oud-Directeur-Generaal van de Afd. Landbouw (toen nog) bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, oud-Voorzitter van het Nederl. Landbouw-Comité, oud-Voorzitter en Eere-Voorzitter van de Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Landbouw en Voorzitter van de Nederl. Heidemaatschappij, overleed den 19den Februari te Meran in Tyrol, juist op zijn 65sten verjaardag.
mr. c.j. sickesz.
De eervolle kwaliteiten, vermeld achter zijn naam, bewijzen reeds voldoende wat een hoogst verdienstelijke specialiteit de Nederlandsche Landbouw in Mr. C.J. Sickesz verloor; ten overvloede bewijzen dit de onderscheidingen, waarmee H.M. de Koningin den voortvarenden en beleidvollen burger beloonde: hij was ridder van den Nederlandschen Leeuw en officier in de orde van Oranje-Nassau.