Een gannef. -
Een spannend oogenblik tusschen ondeugd en gerechtigheid! Lang zóó duren kan het niet, 't zal uit zijn, als het oog van de ondeugd den blik der gerechtigheid ontmoet, als moedertje opvliegt bij haar wiel vandaan en den kwajongen de ooren wascht, den gannef, met wien... geen garen te spinnen is.
Natuurlijk heeft-ie vandaag weer zijn les niet gekend; nu moet-ie voor straf ze maar leeren op z'n knieën, de andere jongens zijn in den boomgaard en assisteeren bij het appel-plukken. Moedertje verkneukelde zich al over de Salomonsvondst van haar gerechte wrake en zie daar, 't is toch om tureluursch te worden!
O Hieronymus van Alphen, wat waren in uw tijd de schooljongens zoet en wat zijn ze tegenwoordig allerjammerlijkst stout!