De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21
(1904)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| |
De meloeneneters.Ga naar voetnoot1) Naar de schilderij van Murillo, in het Museum voor Oude Kunst te München.‘Murillo's jongens springen nog in de straten van Madrid om u heen, lachen u nog toe, een koning te rijk, als gij ze een stukje kopergeld geeft, smaken nog het brood en de vruchten als gij noch ik het ooit deden...’ heeft Potgieter in een zijner Brieven geschreven van dezelfde knapen, die wij op onze premieplaat vinden afgebeeld. Murillo, de schilder van het levens-echte gevalletje, wiens ernstig-schoone Kerstschilderingen en Madonna-tafereelen wij bewonderden, had er pleizier in van tijd tot tijd de grappige straatjeugd in haar typisch bedrijf in beeld te brengen, zooals, volgens Potgieter's getuigenis, ze nog heden ten dage reilt en zeilt in de zonnige straten en gaten der Spaansche steden.
een gannef, naar de schilderij van e. defonte.
Wat de Hollandsche schrijver zeer scherpzinnig opmerkte is de ongegeneerde gretigheid, waarmee de jongens het frissche fruit naar binnen spelen: zie hoe die eene met verlangende oogen opkijkt naar de sappige sneê meloen, die hij handig in zijn wijdopen mond mikt. Of zijn zwart-oogige makker of wel de verstandige, viervoetige gezel meer schik heeft in het kunstje, valt uit hun houding bezwaarlijk op te maken, beiden kijken even belangstellend toe en als de hond kon lachen als zijn guitige baas, zou hij 't zeker niet laten. | |
[pagina 150]
| |
Van die mand met vruchten, dien zak en het welige groen heeft Murillo vast een prachtig stilleven gemaakt, met niet minder bewondering voor de werkelijkheid der stille dingen als voor die van het beweeglijke volkje in zijn armelijke plunje. Murillo schilderde nog een ander aardig vruchten-etend paar, waarvan een in 't zelfde formaat en op gelijke wijze uitgevoerde reproductie bestemd werd tot premieplaat van den volgenden Illustratie-jaargang. Wij raden dan ook den lezers deze alvast achter glas te doen inlijsten, om ze zoodoende van stof en andere ongewenschte aanraking vrij te houden, opdat ze niet afsteke bij haar komend jaar verschijnend pendant, waarmee ze een prettige, oud en jong behagende, kamerversiering vormt. |
|