Bij de platen.
Koning Alfons XIII te Toledo. -
De jeugdige koning van Spanje heeft zich al aanstonds bij zijn troonsbestijging tot taak gesteld, persoonlijk de verschillende deelen van zijn rijk te bezoeken om met eigen oogen den toestand van zijn land te leeren kennen. In 't begin van Maart was Toledo, de oude hoofdstad van Kastilië, aan de beurt. De Kath. Illustratie geeft twee platen, die de beide plechtigste momenten van 's konings ontvangst in zijn ‘goede stad’ voorstellen. Eerst een wereldsche, dan een kerkelijke ceremonie: eerst de aanbieding der sleutels van Toledo onder de poort van Alcantara, dan de aanbieding van het eere-kanunnikschap van de kathedraal van Toledo.
Vergezeld van zijn schoonbroeder, den prins van Asturië en gevolgd door een schitterenden stoet, waaronder zich de minister van oorlog bevindt, is Z.M. aan het station te paard gestegen om naar overoud gebruik bij zijn intocht de sleutels in ontvangst te nemen.
Volgens een andere historische Rijkszede, nog zinrijker en treffender, mogen de vorsten van Kastilië, evenals weleer de Fransche koningen door recht van geboorte kanunnik waren van Sint-Dionysius' basiliek, aanspraak maken op den titel van eere-kanunnik der kathedraal van Toledo. Zelfs bezit de kathedraal een poort, de poort der Vergiffenis, die alleen voor Kastilië's gekroonden wordt opengedaan. Aan die poort wordt Alfons XIII door een statierijke groep van bisschoppen en priesters, den aartsbisschop der stad, kardinaal Sancha, aan hun hoofd, plechtiglijk ontvangen. Den koning en den prins van Asturië ziet ge voor den prelaat knielen om hem de hand te kussen bij den welkomstzegen. Straks zal de koning opstaan om een oogenblik te bidden voor het beeld van de patrones van Toledo, daarna zal hij de kapellen, den tempelschat en de sacristie bezichtigen, waar te zijner eer een pracht van oude vanen en kostbaar kerkborduurwerk ligt ten toon gespreid, om eindelijk plaats te nemen in de koninklijke bank van het kanunnikenkoor.