Mgr. Achilles Locatelli,
de nieuwe zaakgelastigde van den H. Stoel bij het Nederlandsche hof.
Den 21sten Januari had ik het voorrecht, een bezoek af te leggen bij Mgr. Locatelli, onlangs door den H. Stoel benoemd tot zaakgelastigde bij het Nederlandsche Hof als opvolger van Mgr. Giovannini. De nieuwe zaakgelastigde is de vriendelijkheid en eenvoud in persoon; zijn nog jeugdig voorkomen, zijn intelligente en tevens goedige blik nemen aanstonds in. Mgr. Locatelli verklaarde mij zeer tevreden te zijn over zijn nieuwe benoeming. Verscheidene jaren bracht hij te Brussel door en kwam daar met vele Nederlanders in aanraking. Ook vertoefde hij, doch slechts voor zeer korten tijd, in Den Haag en leerde daar de uitmuntende hoedanigheden van het Nederlandsche volk kennen, dat een gunstigen indruk op hem gemaakt had. ‘De katholieken van Holland zijn goed,’ zei Mgr., ‘soms te goed; hun vurig geloof en hun gehechtheid aan den H. Stoel zijn spreekwoordelijk.’
Mgr. Locatelli sprak ook met veel waardeering over Mgr. Dr. Schaepman, van wiens droevig verscheiden wij juist dien dag den eersten verjaardag herdachten. ‘Welk een groot man,’ zeide hij, ‘heeft Nederland in hem verloren! Welk een staatsman en welk een redenaar! Zulke mannen zouden met eere aan het hoofd kunnen staan van een staatspartij in de grootste landen.’ Met niet minder lof liet hij zich uit over de Belgische staatslieden als Beernaert, Van den Peereboom, Woeste en anderen.
Reeds heeft Mgr. Locatelli zich een kleine bibliotheek aangeschaft van werken, welke over Holland geschreven werden, zoowel in het Duitsch en het Fransch als in het Italiaansch. ‘L'Olanda, van Edmondo de Amicis, lijkt me wel een beetje fantastisch, niet ernstig genoeg,’ voegde hij er glimlachend bij. ‘Zoo leer ik stilletjes aan het volk kennen, in welks midden ik mijn ambt zal hebben uit te oefenen.’ Ook is de nieuwe zaakgelastigde voornemens Nederlandsch te leeren, waarbij hem zijn kennis van het Duitsch van veel gemak zal zijn.
Dezer dagen vertrekt Mgr. Locatelli uit Rome, zoodra het officieele decreet zijner benoeming in zijn bezit is, en zal zich eenige dagen te Milaan ophouden om afscheid van zijn moeder te nemen. Dan reist Mgr. naar Brussel, waar hij eenigen tijd zal vertoeven om vervolgens naar Den Haag te gaan en zich aldaar blijvend te vestigen.
Met de meeste bereidwilligheid verschafte Mgr. Locatelli mij de biographische bijzonderheden, waarom ik hem voor de Kath, Illustratie verzocht, en gaf mij tevens een groot, fraai portret, waarnaar de reproductie in dit nummer is vervaardigd en waarmee de lezers voorzeker gaarne kennis zullen maken.
Achilles Locatelli werd den 15den Maart 1856 te Seregno in de provincie Milaan geboren. Zijn philosophische studiën maakte hij in het seminarie van Milaan, zijn theologie in het Romeinsch seminarie te Rome. In 1876 behaalde hij het doctoraat in de godgeleerdheid, in 1879 in het burgerlijk en kerkelijk recht; in hetzelfde jaar ontving hij ook de H. Priesterwijding.
In 1880 kwam de jeugdige priester op de Academie voor adellijke geestelijken, om aldaar zijn opleiding voor de Kerkelijke diplomatie te ontvangen. In 1884 werd hij benoemd tot geheim kamerheer van Z.H. Leo XIII, kort daarop tot ablegaat in Spanje voor kardinaal Gonzales en keerde daarna naar de Academie terug. In 1886 werd Mgr. Locatelli uditore te Munchen, tegen het einde van 1887 te Brussel, in 1890 te Parijs en in Mei 1893 te Weenen. Den 20sten Augustus 1902 gewerd Mgr. Locatelli de benoeming tot huisprelaat van Z.H. In 1899 kwam hij te Rome terug en werd secretaris voor de buitengewone kerkelijke aangelegenheden, tot hij op het einde van 1903 benoemd werd tot zaakgelastigde bij het Nederlandsche Hof en tot internuntius te Luxemburg.
Rome, 21 Januari 1904.
G. Vesters, M.S.C.