De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 21

Bij de platen.

Het slot Sigmaringen. -

Een reuzenrots midden in een prachtig-woest Donau-dal torst het vorstelijk paleis van Sigmaringen, de hoofdstad van 't vroegere vorstendom Hohenzollern-Sigmaringen. Wat heerlijk-wilde natuur en wat ongemeen-weelderige kunst!

In den loop der tijden is het paleis door verschillende geslachten uitgebouwd, maar geen enkele bijvleugel schaadt het geheel. Onze plaat geeft het nieuwste deel te zien, het werd opgetrokken in 1903 als vernieuwing van den vleugel, die dat jaar door brand werd vernield. Kostbare kunstschatten, in het lustslot bewaard, trekken jaarlijks honderden toeristen.

In de smidse. -

't Is eigenlijk buiten de smidse, maar is het geen voorrecht van alle dorpssmeden ter wereld, dat zij, bij ontstentenis van een uitgebouwde travalje de straat mogen bezigen voor hoefslag-terrein? Met een kreupel paard is het zelfs voor een huzaar niet in 't zadel uit te houden, daar zou-ie zoo al niet zijn ‘goed hart’, dan toch zijn goed humeur bij verliezen. Nummer één neemt er zijn gemak van en ziet met pleizier, evenals het smidsjonkske, hoe ijverig de stoere zwarte mannen zich reppen; nummer twee moet zijn wakker dier vasthouden, maar zijn beenen staan duidelijk in rust-pose; hij wacht geduldig zijn beurt; straks hurkt hij neer om wat uit te blazen.