Verstoppertje. -
Aardig, dat huiselijk tooneeltje: dat spel van drie leeftijden, van drie generaties: kind, moeder en grootmoeder.
Moedertje kan het niet laten, wel honderdmaal per dag moet ze met 't kleintje verstoppertje spelen achter grootmoeders rug en elken keer weer vindt ze de lachgilletjes van het zoekstertje haar liefste muziek, het vogellied van haar tweede lente. Grootmoeder kent het al zoo lang, dat blijde moeder-gevoel, en 't is ook al betrekkelijk lang geleden, dat het als 't ware weer vol jeugd herleefde bij de geboorte van haar eerste kleinkind, maar toch.... na lente en zomer komt onverbiddelijk herfst met zijn gedachten aan den toekomstigen winter en met zijn ernstig herinneren aan wel en wee van het verleden. Grootmoeder kan wel eens soezerig kijken: geen wonder, je verliest je zelve in het bepeinzen van zóó lang een tijd; van toen zij zelve met de jonge moeder op onze plaat, toen kind, verstoppertje speelde tot nu.... maar toch, haar ernst is óók vreugde, dankbare vreugde en erkentelijkheid jegens Hem, Die, bij alle lief en leed, het leven toch zoo heerlijk doet zijn: van alle leeftijden en generaties, naar ieders aard en lust.