De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20(1903)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] [Nummer 36] avondgebed, naar de schilderij van k. storch. [pagina 286] [p. 286] Avondgebed. Bij de gravure naar K. Storch's schilderij. Hebben de slechte menschen U boos gemaakt, o Heer, Dat het zoo vreeslijk onweert, De zee zóó gaat te keer? Vergeet dan niet, dat vader, Die is zoo lief en goed, Met and're brave visschers Nu in gevaar zijn moet. Van middag heeft de Zuster Zoo mooi verteld van U: U wou nooit, dat de grooten Een kind wegduwden ruw; Héél lieve kleinen zette U Wel eens op Uwen schoot. En zei dan: Eert de kinderen, Gij allen, wijs en groot! O Lieve Heertje, als 'k morgen En altijd goed oppas, Wilt Gij me dan vergeven, Dat 'k soms ondeugend was. En ook van mij veel houden En doen, wat ik U vraag: Voer vaders schip dan veilig Door storm en onweersvlaag! Gij hebt wel eens gevaren Met visschers in den storm, Zegt Zuster, en ze waren Toch bang nog als een worm. O! God, ik weet wel zeker, Voer U met vader mee, Of stuurde U maar een Engel, Hij zong van vreugde op zee! Ja, Heer, laat de Eng'len waken, Dan slaap ik in gerust, Laat 't morgen vader wezen, Die blij mij wakker kust! L. Vorige Volgende