Bij de Platen.
Het koninklijk paleis te Belgrado. -
Wel geen gebouw in Europa heeft wekenlang zoo de aandacht getrokken, van geen enkel heeft men met zooveel weemoedige belangstelling alle bijzonderheden gelezen en herlezen, als van den konak te Belgrado, het koninklijk paleis, waar het ontzettende treurspel is afgespeeld, dat een onuitwischbare smet blijft op de reeds niet schitterende Servische geschiedenis.
Dat men het geluk niet juist en niet bij voorkeur in de koninklijke paleizen moet zoeken, wist men; maar wat in het paleis te Belgrado is afgespeeld, de doodsangst en doodstrijd van een koning en een koningin, de onmenschelijke wreedheid, waarmee deze vorstelijke slachtoffers werden ter dood gebracht, - dit alles tart de stoutste verbeelding en teekent het slot, waar nu een nieuwe koning zetelt, tot een huis van vervloeking, waar de schimmen der gevallenen moeten blijven rondwaren, de rust en den slaap van den nieuwen heerscher verstorend.
Den vreemdeling, die dit paleis aanschouwt - want de Serviërs zelf schijnen ongevoelig voor het gruwelijke beulswerk, daar verricht - moet een huivering door de leden varen. En welk een gevoel moet zich van hem meester maken, als hij door die weelderige zalen schrijdt, die, ondanks de aanwezigheid van den nieuwen koning, nog vol zijn van herinneringen aan het ongelukkige koningspaar; - de werkkamer van koning Alexander, de eetzaal, waar, enkele uren slechts voor de noodlottige ontknooping, een vroolijk gezelschap bijeen was, en onder dat gezelschap medeplichtigen aan den aanslag, - de groote balzaal, waar de moordenaars zijn doorgetrokken, zoekende naar hun slachtoffers en in hun blinde, verhitte woede deuren en meubelen kervend met hun wapens; - de groote poort, door ellendige verraders opengelaten.
Men kan zich niet voorstellen, dat iemand den moed heeft, in dit huis des doods nog als koning te tronen. Want al zijn de bloedvlekken weggewischt, de sporen der aangerichte verwoesting zoo goed mogelijk onzichtbaar gemaakt, de herinnering aan het drama sterft nooit.