De strijd van twee vorstenhuizen.
Het ontzettende drama, waarvan in den nacht van 10 op 11 Juni het koninklijk paleis te Belgrado getuige is geweest, heeft den naam der beide Servische vorstenhuizen op ieders lippen gebracht: Obrenowitsj, het thans uitgestorvene; Karageorgewitsj, dat een nieuwen koning aan Servië heeft geschonken.
Koningin Draga en koning Alexander van Servië, in den nacht van 10 op 11 Juni jl. lafhartig vermoord.
Wanneer we hier spreken van vorstenhuizen, denke men niet aan eeuwenoude dynastieën, die tot den tijd der Kruistochten en hooger opklimmen, niet aan geslachten van ridderlijke koningen, hoog van moed en groot van daden.
De eerste Obrenowitsj was een zwijnenhoeder, de eerste der Karageorgewitsjen een onderofficier in het Oostenrijksche leger, en heel de Servische geschiedenis der laatste honderd jaar is gevuld met den naijver, den strijd tusschen deze beide geslachten, waarbij moord en verbanning de gebruikelijke middelen zijn geweest.
In de eerste jaren der negentiende eeuw streed Servië voor zijn onafhankelijkheid, en in dien jarenlangen strijd was George Czerny, door de Turken om zijn pikzwarte haren en donker uiterlijk Karageorge (zwarte George) geheeten, de aanvoerder. Bij den vrede van Boekarest in 1812 verkreeg Servië een betrekkelijke onafhankelijkheid, die echter spoedig daarop door Turkije van alle kanten beknibbeld werd. Toen de Serviërs zich hiertegen verzetten, drongen drie Turksche legers het land binnen, waarop Karageorge naar Oostenrijk vlood. Een zijner onderbevelhebbers, Milosj Obrenowitsj, zette den strijd voort en met zoo gunstig gevolg, dat de Turken in 1815 in de vlakte der Matsjwa verslagen werden en de sultan de onafhankelijkheid van Servië moest erkennen.
Wie zou nu het hoofd worden van den jongen staat: Milosj, die de eindoverwinning had behaald, of Karageorge, die de overwinning had voorbereid? De beide pretendenten hadden aanhangers, tweespalt dreigde onder het volk. Toen werd, in 1817, Karageorge, die in Servië was teruggekeerd, door den burgemeester eener kleine plaats, wiens gast hij was, vermoord.
De koningin-weduwe Nathalie van Servië, tegenwoordig verblijf houdende te Parijs.
Geschiedkundig vast staat het niet, maar de aanhangers van den Zwarten George beweerden, dat deze moord op last van Milosj was gepleegd, ten einde van een gevaarlijken mededinger ontslagen te worden.
Peter I Karageorgewitsj, de nieuwe koning van Servië.
Hoe dit zij, de dood van den eersten der Karageorgewitsjen effende voor den eersten Obrenowitsj den weg tot den troon, evenals nu weer de moord op den laatsten Obrenowitsj een Karageorgewitsj op den troon heeft gebracht.
Vorst Milosj was een hardhandig regent, die met de meeste willekeur regeerde en in 1839 tot afstand van den troon gedwongen werd. Hem volgde eerst op zijn oudste zoon Milan, die na nog geen maand regeerens overleed, daarna zijn tweede zoon, de veertienjarige Michaël, die niet in staat was het bewind te voeren en in 1842 vrijwillig het land verliet.
De Skoepsjtina koos nu den zoon van den Zwarten George, Alexander Karageorgewitsj, die kapitein was in het Russische leger, tot vorst. Maar ook deze zou de wisselvalligheden van het lot leeren kennen. In 1859 werd hij van den troon vervallen verklaard en de tachtigjarige Milosj opnieuw tot vorst uitgeroepen. Deze overleed echter het volgende jaar, waarna weer diens zoon Michaël den troon besteeg.
Deze was een kundig regent, die de laatste Turksche garnizoenen uit de Servische vestingen wist te verwijderen. Alexander Karageorgewitsj gaf intusschen de hoop niet op, nogmaals vorst van Servië te worden, en op zijn last werd den 10den Juni 1868 Michael in het park van Topsjider vermoord.
De Zwarte George was dus gewroken, maar de vurig begeerde kroon bezorgde deze moord niet. Integendeel, Alexander Karageorgewitsj werd bij verstek tot twintig jaar gevengenisstraf veroordeeld. In 1885 overleed hij te Temesvar in Hongarije.
Als opvolger van Michaël werd diens neef Milan, de eenige nog levende Obrenowitsj, tot vorst uitgeroepen. Milan, die veertien jaar oud was en te Parijs zijn opleiding ontving, aanvaardde de regeering met een regentschap, werd in 1872 meerderjarig, huwde in 1875 met de zestienjarige Nathalie, een dochter van den Russischen kolonel Kesjko, nam in 1882 den koningstitel aan, leidde een zeer stormachtig leven en deed, daar zijn onderdanen maar matig ingenomen waren met zijn bewind, in 1889 afstand ter gunste van zijn zoon Alexander.
Op dertienjarigen leeftijd aanvaardde de laatste Obrenowitsj, bijgestaan door een regentschap, de regeering. Op een mooien dag stuurde hij het regentschap naar huis, nam zelf de teugels van het bewind in handen, toonde bitter---------- weinig eerbied voor de constitutie, trad in het huwelijk met een hofdame zijner moeder, de weduwe van den ingenieur Matsjin, en bevorderde zoodoende de plannen zijner politieke tegenstanders.
Maar, al was Alexander geen toonbeeld van een constitutioneel vorst, niets zal ooit den laffen moord kunnen verontschuldigen, op den koning en de koningin gepleegd, een misdaad, met zoo onmenschelijke wreedheid ten uitvoer gebracht, dat haar weerga in de geschiedenis nauwelijks te vinden is.
Of Peter Karageorgewitsj in het beramen van den aanslag al dan niet de hand heeft gehad, - dat hij over het lijk van den laatsten Obrenowitsj het koninklijk paleis te Belgrado is binnengetreden, dat een dubbele moord hem den weg tot den troon heeft gebaand, is van de hoogste tragiek. Geluk spelt het hem niet.
Peter Karageorgewitsj, thans koning Peter I, werd in 1846 te Belgrado geboren, toen zijn vader vorst van Servië was. Door zijn huwelijk met de in 1890 overleden prinses Zorka van Montenegro is hij de schoonzoon van den vorst der Zwarte Bergen en een zwager van koning Victor Emmanuel III van Italië.