De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20

De koninklijke trein.

Een stuk van weelde, waaraan meester en gezel twee volle jaren lang hun beste kracht besteedden, een pracht-produkt van nagenoeg uitsluitend Hollandsche industrie, kunst en kunstnijverheid, - waarlijk, de hartelijk dankbare vreugde, waarmede Nederlands beminde Koningin dit zóó vorstelijk huwelijksgeschenk van de Staats- en Hollandsche Spoorwegmaatschappijen heeft willen aanvaarden, was gemotiveerd en door de geefsters verdiend.

De heer C.E. Mögle, photograaf te Rotterdam, die de officieele opdracht ontving: van het uit- en inwendig der koninklijke treinrijtuigen opnamen te maken, en met dat werk weer een proeve mocht leveren van zijn zeldzaam artistieke vakbekwaamheid, verkreeg voor ons van zijn lastgever toestemming een keur uit de opnamen in de Belgische Illustratie te reproduceeren. Wij kozen: den trein in zijn geheel van buiten, een perspectievischen kijk in de zijgang, de slaapkamer van Hare Majesteit.

Ziet men de vier waggons: voorop het bagage-, achteraan het keuken-, in het midden de beide koninklijke salon-rijtuigen daar alle even lang [18.30 M., de buffers meegerekend] en even breed [2.84 M. buitenwerks] en met hun eenderen bouw, rechte lijnen en regelmatige vlakken, op de strakke rails staan, dan maken ze natuurlijk den nuchteren en kouden indruk, dien alles maakt, wat bestemd is om achter een locomotief aan te vliegen. Maar men bedenke: een spoorwaggon is geen landauer en een weeldetrein geen gouden koets. Doch kijk eens die gang in met haar fijne en overvloedige versiering, werp een blik in dat slaapvertrek met zijn kostelijken luxe, en ge beseft, dat deze pracht er eene is, waaraan een schat van goud is ten koste gelegd evenzeer als er macht van kunst aan is besteed, zij het ook, dat deze pracht niet zoo tot onverzadigens toe in de oogen schittert als die van het gulden kroningsrijtuig.

Van de beide middelste rijtuigen, het verblijf van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, bevindt zich in het eerste het ontvangsalon, in het andere de eetzaal. De wagen met ontvangsalon heeft tot ingang voor vorstelijke personen een gesloten balcon met dubbele deuren, welke door de firma Beynes, de hoofd-leverancierster, voorzien zijn van een even vernuftige als practische sluiting. Door een halve beweging met den kruk namelijk openen zich alleen de beide bovenhelften der deuren, zoodat de vorstelijke reizigers zonder eenig gevaar tegen de, naar binnen opengaande, onderdeuren kunnen leunen om zich aan de menigte te vertoonen en haar een groet toe te wuiven bij het vertrek.

Het ontvangsalon grenst aan het balcon en heeft een doorgang tot Harer Majesteit slaapvertrek, dat op zijn beurt door een deur met H.M. toiletkamer verbonden is.

Achter de toiletkamer zijn nog in hetzelfde voertuig twee coupés, die tot slaapgelegenheden kunnen ingericht worden, en toilet voor H.M. hofdames. Een overdekte brug voert verder tot een kleine vestibule, welke toegang verschaft tot het voertuig, waarin eetzaal en dienkamer in het eerste, en slaapvertrek, toilet- en rook-salon van Z.K.H. den Prins, benevens coupé voor de heeren van het koninklijk gevolg, in het tweede gedeelte.

‘De slaapkamer van Hare Majesteit de Koningin, in den Empire-stijl uitgevoerd in eschdoornhout met gedeeltelijk ingelegde en gebeitste motieven van lichtblauw en geel, heeft een koepelvormig plafond met fijne motieven beschilderd. De vakken zijn bekleed met blauw laken. Een blauw tapijt, uit de fabriek van Stevens te Kralingen, dekt den grond. Een groote divan dient tot zitplaats overdag, en wordt voor slaapvertrek uitgetrokken en vormt een bed; de zijden deken en benoodigdheden worden in een lade onder de bank geborgen. Gemakstoelen en tafeltjes, en kapstokken vormen de verdere meubeleering in dit vertrek. Een draaibare deur waarin spiegelglas, die tegelijk tot kleedspiegel dient, geeft toegang tot de toiletkamer.’¹⁾

Van buiten zijn de voertuigen donkerblauw geschilderd, de gekroonde gouden W. en het Rijkswapen in kleuren zijn er de eenige versiering. Op onze groote plaat lijkt het door de weerkaatsing van de omgeving op de glanzende wanden der rijtuigen, of deze met figuren en landschappen beschilderd zijn.

Wij hopen gaarne, dat onze lezers met plezier de mooie platen zullen bekijken en durven er op rekenen, dat zij allen instemmen met het volgende toostje-op-rijm, ingesteld op den Koninklijken Trein:

'k Wensch, Snel-paleis
En vliegend Hof,
U elke reis
Der Vorsten lof!

1) Zie het zaakrijke opstel van J.H.R. in ‘Eigen Haard’, waaraan we bijzonderheden ontleenden.

[p. 211]

 

Geen huis, geen veld,

 

Of 't jubel er,

 

Waar ge aangesneld

 

U meldt van ver!

 

 

 

Rol rap van raên

 

Elf gouwen door, -

 

Slechts één vermaan:

 

Blijf binnen spoor;

 

 

 

Sta vast ter reis

 

Op rollend rond

 

Als 't Dam-paleis

 

Op palen-grond!