De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20

Feestdag van Petrus en Paulus.

O Roma felix!

O Rome, zalig onder alle steden!
't Is niet de diadeem van kostbaarheden,
Om Uwe zeven toppen weggezet,
Waarop het meest de christen-pelgrim let,
Wanneer hij, eensklaps van eerbiedig schromen
Bevangen, aan Uw voeten is gekomen
En staat onthutst in 't onvermoede licht
Van zooveel marmer. Neen! 't Geloof hem richt
En leidt naar 't graf van de doorluchte Vorsten,
Die fier Uw waanwijsheid weerspreken dorsten
En slaan de tafels van Uw wetten stuk;
Die leggende op Uw schoud'ren 't need'rig juk
Des Kruises U de ware grootheid schonken,
Waar onderdanig and're kerken lonken,
Als dochteren naar hare Moeder, heen.
O Rome, zalig om dàt Licht, 'twelk scheen
En schijnt nog immer en onafgebroken,
Gelijk het op Uw voorhoofd werd ontstoken
Door Petrus en door Paulus!

Dat is het,

Waarop vandaag de Stichtsche Kerke let,
Nu ze in den geest is Stedewaart getogen
En dankend valt op 't graf onder de bogen
Des hoogen tempels bij het Vaticaan.
De Dochter laat haar blauwe blikken gaan
En weiden in Uw Licht, dat, lang voorhenen
Haar aan de Maas- en Waaloevers verschenen,
Een halve eeuw her weer milder tegenloeg,
Toen zij deemoedig om het voorrecht vroeg,
Waarmede Gij haar sinds hebt begenadigd.
De Stichtsche Kerk zich aan Uw Licht verzadigt.

St. Charles.
Dr. A. Smoor.