De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20
(1903)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDomine, ne in furore....Ga naar voetnoot1)O Heer, wil in Uw toorn niet rechten
Den verst verlorene Uwer knechten,
En in Uw grimmigheid niet slaan
Wiens beenderen van vreeze beven:
In ballingschap den geest te geven
En schaamrood ten gericht te gaan.
Hoe lang nog, Heer, laat Gij mij kermen
Om redding? Daagt dan geen ontfermen
Zóó diep een val, als dien ik viel?
Wie zal in 't rijk des doods U loven,
Waar 't lijf, in schamel graf verschoven,
Verlaten ligt van de eigen ziel?
Zie neder en wees goedertieren,
O God, Die zelfs de onnooz'le dieren
Doet rusten, als ik nacht aan nacht
Mijn legersteê doorweek van weenen
En weerloos lig, wijl om mij henen
De laster schimpt en schaterlacht.
'k Ben afgezucht en ziek van zinnen
Mijn oogen, die Uw zon beminnen
En zoeken met hun blind gezicht,
Zijn uitgedoofd en rood beloopen;
Mijn ziel nochtans blijft op U hopen
En wachten Uw vertroostend licht.
Laat af van mij gewetenloozen,
Want God de Heer, Die uwen boozen
Toeleg en listen gansch doorziet,
Zal, heerlijk ten gericht gerezen,
Op mijne stem, mijn Bijstand wezen
Tot gij vol sc aamte van mij vliedt.
Maria Viola.
|
|