De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20

[p. 73]

[Nummer 10]

de oude-zijds-voorburgwal te amsterdam.
de prins-hendrikkade te amsterdam.

[p. 74]

Lumen in Coelo.

‘Et facta est lux.’ Gen. I, 3.

O Licht aan de aard' gegeven,
Ontgloeid aan 's Vaders Licht,
Tot ‘Hemellicht’ geheven
In 't donkerst tijdsgewricht!...

Hoe zuchtten droef de dagen,
Van 's Heeren eeuwe-dag,
In nachte-boei geslagen
Als gansch een wereld lag!

Als vierden vrij de orkanen
De al-brijzelende macht,
Of had een heir Titanen
De hellepoort verkracht;

En weer tot Chaos keerde,
Wat Wijsheid heerlijks wrocht,
Toen Liefde vroed regeerde
En d' arbeid ord'nen mocht!

Dan, huiv'rend door de luchten,
Al banger dag aan dag,
Klom boven storm-geruchten
Een helmend weegeklag:

‘O Heere, wil ons hooren!
Staag feller woedt de orkaan -
In nachte-zwart verloren
Uw Jongeren vergaan...

‘Zend, “Vader van de lichten”,
Weer uit Uw lichtheraut,
En storme-duister zwichte
Voor vrede zonne-goud!’

Daar luwen plots de vlagen,
De nacht-boei valt ontwricht -
Der dagen zegewagen
Bestijgt het ‘Hemellicht.’

In Leo, Paus van Rome,
Of klonk een ‘Fiat’ Gods,
Was weer het licht gekomen:
Het Licht op Petrus' rots.

O Licht van God gegeven
Den ‘Kind'ren van het Licht!’ -
Hoe houdt tot U geheven
De Wereld 't oog gericht:

Nu heerlijk Gij blijft pralen
In 't zenith van Uw dag
In jubel reiner stralen
Dan zonlicht stralen plach;

Nu weer in 't lichte-gloren,
Tot schooner orde pracht
Uit puinen rijst herboren,
Wat viel in storme-nacht;

Nu in Uw licht-victorie
Uw licht met zilv'ren glans
- O Leo! - van Uw glorie
Omkringt een Halon-krans:

Een Halon, die zal pralen,
Hoog lichtende in haar gloor
- Moge ook het Licht eens dalen -
De komende eeuwen door!

Th. Asselbergs.
Seminarie ‘Ypelaar.’