echter door Pius VII in 1800 werd gereorganiseerd naar het model der Spaansche edelwacht en den naam kreeg van guardia nobile pontificia. In 1810, toen Pius VII door den geweldenaar Napoleon als een gevangene uit het Vaticaan werd weggevoerd, werd de edelwacht voor de tweede maal ontbonden, maar na de Restauratie bij decreet van den kardinaal-staatssecretaris Consalvi weer hersteld. In het jaar 1815 vroeg een jeugdig patriciër uit Sinigaglia, graaf Giovanni Maria Mastai, als lid der edelwacht te worden aangenomen, maar werd wegens zijn zwak gestel afgewezen. Deze afgewezene droeg een en dertig jaar later den naam van Pius IX en zou vier en dertig jaar lang den Stoel van Petrus bekleeden....
De edelwacht, twee en zeventig man sterk en in twee compagnieën verdeeld, werd door Leo XIII in één compagnie vereenigd met twee commandanten, die den graad hebben van luitenant-generaal, een luitenant en een onder-luitenant met den graad van generaal-majoor, zeven esenti met den graad van kolonel, en acht en vijftig manschappen met den graad van kapitein, luitenant of onder-luitenant.
De leden der edelwacht hebben, evenals de oude kabinetkoeriers, het recht, aan de prelaten buiten Italië het bericht hunner verheffing tot het kardinaalpurper te gaan overbrengen en hun de roode bonnet te overhandigen. Aan de commandanten der eerewacht wordt bij hun benoeming de hoogste pauselijke onderscheiding, de Christus-orde, toegekend.
Om lid der edelwacht te kunnen worden moet men in den ouden Kerkdijken Staat geboren zijn, niet minder dan 21 en niet meer dan 25 jaar tellen, een bewijs van goed gedrag overleggen, afgegeven door de kerkelijke overheid van het diocees, waarin men woont, een adellijken titel voeren, sedert minstens vijftig jaar in den Kerkdijken Staat erkend, het bewijs leveren, dat men een kapitaal van minstens 20.000 lire bezit, een gezond gestel hebben en minstens 1.72 meter lang zijn.
De bevorderingen in het korps geschieden naar ancienneteit; alleen de benoeming van den capitano comandante verblijft aan den Paus. De leden der edelwacht, die in het huwelijk willen treden, moeten daartoe toestemming ontvangen van den commandant en bewijzen, dat de aanstaande echtgenoote over een voldoenden bruidschat beschikt.
Aan het pauselijk hof heeft de commandant der edelwacht den graad van geheim kamerheer partecipante met kap en degen; de twee hoogsten in rang na hem die van geheim-kamerheeren sopranumerari.
geheime antichambre der audiëntiezaal van zijne heiligheid.
De tegenwoordige kapitein-commandant der edelwacht is prins Camillo Rospigliosi; de tweede commandant, die den titel voert van vessillifero ereditario di Santa Romana Chiesa (erfelijk standaarddrager der H. Roomsche Kerk) is de markies Francesco Montoro.